Patiënten met mammacarcinoom hebben vaak comorbiditeiten, en gebruiken onder andere medicaties voor cardiovasculaire aandoeningen. Studies van de associaties tussen gebruik van β-blokkers (BBs) en uitkomsten van mammacarcinoom hebben tegenstrijdige resultaten laten zien. Een grote retrospectieve bevolkings-gebaseerde studie in Nieuw-Zeeland heeft deze associatie geïnventariseerd. Prof. Ross Lawrenson (University of Waikato, Hamilton) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.¹

In vier registraties (Auckland, Waikato, Wellington, en Christchurch) identificeerden de onderzoekers 14.976 vrouwen met een eerste diagnose van primair mammacarcinoom tussen begin 2007 en eind 2016. Eénentwintig procent van deze vrouwen gebruikten BBs na de diagnose. De mediane follow-up was 4,51 jaar. BB-gebruik versus niet-gebruik was geassocieerd met een gering en niet-statistisch significant verhoogd risico van mammacarcinoom-specifieke mortaliteit (BCD; aHR 1,11; 95%-bti 0,95-1,29). Korte-termijn gebruik van BBs (tot drie maanden) was geassocieerd met significant verhoogd BCD-risico (HR 1,40; 95%-bti 1,14-1,73). Dit risico nam continu af met langer gebruik. Vanaf drie jaar BB-gebruik was het gebruik geassocieerd met statistisch significante bescherming tegen BCD (HR 0,55; 95%-bti 0,34-0,88).

De onderzoekers concluderen dat verhoogd BCD-risico geassocieerd met BB-gebruik gedreven werd door gebruik in de eerste maanden. Lange-termijn gebruik van BBs zou geassocieerd kunnen zijn met verlaagd BCD-risico.

1.Scott OW, Tin Tin S, Elwood JM et al. Post-diagnostic beta blocker use and breast cancer-specific mortality: a population-based cohort study. Breast Cancer Res Treat 2022; epub ahead of print

Summary: A retrospective population-based study in New Zealand found that any increased risk of breast cancer-specific mortality associated with use of β-blockers was driven by risk in the initial few months of use. Long-term use was associated with a reduction in breast cancer-specific mortality.