Eerdere
studies naar het verband tussen statinegebruik en mammacarcinoom-specifieke
mortaliteit (BCM) hebben inconsistente resultaten laten zien. Een bevolkings-gebaseerde
retrospectieve studie in vier regio’s in Nieuw-Zeeland heeft de associatie
tussen postdiagnostisch statinegebruik en BCM geïnventariseerd. Prof. Mark Elwood (University of
Auckland) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1
De studie
includeerde 14.976 vrouwen met een BC-diagnose tussen begin 2007 en eind 2016.
Onder deze vrouwen gebruikten 27% na de diagnose statine. De mediane follow-up
was 4,51 jaar. Statinegebruik versus niet-gebruik was geassocieerd met
significant lagere BCM (aHR 0,74; 95%-bti 0,63-0,86), met een statistisch
niet-significant effect onder vrouwen die pas na de diagnose begonnen met
statinegebruik (0,91; 0,69-1,19), en een sterker effect onder vrouwen met
ER-positieve ziekte (0,77: 0,63-0,94), postmenopauzale patiënten (0,74;
0,63-0,88), en patiënten met gevorderd stadium ziekte (0,65; 0.49-0,84).
De
onderzoekers concluderen dat de studieresultaten suggereren dat
postdiagnostisch statinegebruik geassocieerd is met verlaging van de BCM.
1.Scott
OW, Tintin S, Harborg S et al. Post-diagnostic statin use and breast
cancer-specific mortality: a
population-based cohort study. Breast Cancer Res Treat 2023; epub ahead of
print
Summary: A population-based study of four
regional New Zealand breast cancer registries found that post-diagnostic statin
use was associated with a statistically significant decreased risk of breast
cancer mortality, with subgroup analyses revealing a stronger protective effect
in ER+ patients, postmenopausal patients, and patients with advanced stage
disease.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)