
De studie includeerde 61 volwassen patiënten van vier ziekenhuizen (LUMC, Groene Hart, Haga, en Alrijne) die begonnen aan taxaan-gebaseerde neoadjuvante of adjuvante chemotherapie voor mammacarcinoom. Voorafgaand aan de eerste cyclus (T0), zes weken na de start van de behandeling (T1), na de laatste cyclus (T2), en zes maanden na voltooiing van de behandeling (T3) beantwoordden de patiënten vragenlijsten over sociaal-demografische kenmerken, symptomen van angst en depressie, en symptomen van CIPN.
Op T0 rapporteerden 14 patiënten (23%) medium/hoge niveaus van angst en 29 (47,5%) medium/hoge niveaus van depressiesymptomen. Deze figuur laat zien dat baseline medium/hoge versus lage niveaus van angst geassocieerd waren met ontwikkeling van CIPN (p<0,001), en deze figuur laat zien dat niet het geval was voor medium/hoge versus lage niveaus van depressie.
De onderzoekers concluderen dat baseline medium/hoge niveaus van angst maar niet van depressie geassocieerd was met ontwikkeling van CIPN tijdens en na taxaan-gebaseerde chemotherapie voor mammacarcinoom.
1.Verhoef-Jahja R, ter Kuile MM, Weijl NI et al. Symptoms of anxiety but not depression before start of taxane-based chemotherapy are associated with peripheral neuropathy: a multicenter study in women with breast cancer. Supp Care Cancer 2022; epub ahead of print
Summary: A prospective study in The Netherlands found that among patients starting taxane-based chemotherapy for breast cancer, baseline medium to high levels of anxiety, but not depressive symptoms, were associated with development of chemotherapy-induced peripheral neuropathy during and in the six months after treatment.