Overlevers
van Hodgkin lymfoom (HL) hebben een hoger risico van colorectaalcarcinoom (CRC)
dan personen in de algemene bevolking. Een patiënt-controlestudie van vijf
centra in Nederland heeft de bijdrage van radiotherapie en
procarbazine-behandeling aan deze risicoverhoging geïnventariseerd. Dr. Michael
Schaapveld (NKI Amsterdam) en collega’s publiceren de studie
in JAMA Oncology.1
De studie
includeerde tenminste-vijf-jaar overlevers van HL gediagnostiseerd tussen begin
1964 en eind 2000 die bij diagnose vijftien tot en met vijftig jaar oud waren.
Tijdens mediaan 26 jaar follow-up werd CRC gediagnostiseerd in 78 van deze
patiënten (cases). De 238 overlevers in
de controlegroep waren met de cases
gematcht voor geslacht, leeftijd bij HL-diagnose, en datum van HL-diagnose. Het
mediane interval tussen de HL-diagnose en de CRC-diagnose was 25,7 jaar (IQR
18,2-31,6). Een verhoogd risico van CRC werd gezien onder patiënten die
subdiafragma-radiotherapie hadden ondergaan hadden (rate ratio 2,4; 95%-bti 1,3-5,0) en patiënten die meer dan 8,4 g/m2
procarbazine hadden gekregen (2,5; 1,3-5,0). Het CRC-risico nam lineair toe met
de gemiddelde stralingsdosering naar de gehele dikke darm en de dosering naar
het betrokken darmsegment. De associatie tussen stralingsdosering en CRC-risico
werd sterker met toename van de procarbazinedosering.
De
onderzoekers concluderen dat het CRC-risico onder HL-overlevers
doserings-geassocieerd toeneemt met radiotherapie, en dat deze associatie wordt
gemodificeerd door procarbazine.
1.Geurts
YM, Shakir T, Ntentas G et al. Association
of radiation and procarbazine dose with risk of colorectal cancer among
survivors of Hodgkin lymphoma. JAMA Oncol 2023; epub ahead of print
Summary: A case-control study of 5-year HL
survivors at five centers in The Netherlands found a dose-response association
between radiation therapy and colorectal cancer risk, and modification of this
association by procarbazine.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)