
De studie is gebaseerd op claims in de database van de Nationale Gezondheidsverzekeringsdienst van Zuid-Korea. In de periode van begin 2012 tot eind 2014 identificeerden de onderzoekers 90.944 patiënten met een nieuwe CHB-diagnose. Onder deze patiënten waren er 6539 die met NAs behandeld werden (CHB+/NA+) en 84.405 die geen NA-behandeling kregen (CHB+/NA-). De controlegroep bestond uit 685.435 gematchte personen zonder CHB.
Tijdens mediaan 47,4 maanden follow-up werd in 30.413 deelnemers (3,9%) een extrahepatische maligniteit gediagnostiseerd. De CHB/NA- groep had een hoger risico van extrahepatische maligniteit dan de CHB/NA+ groep (aSHR 1,28; p<0,001) en de controlegroep (aSHR 1,22; p<0,001) terwijl er geen verschil was in het risico van extrahepatische maligniteit tussen de CHB+/NA+ groep en de controlegroep (aSHR 0,96; p=0,48).
De onderzoekers concluderen dat CHB-patiënten een verhoogd risico hadden van extrahepatische maligniteit, en dat NA-behandeling dit risico onder CHB-patiënten verlaagde.
1.Lee DH, Chung SW, Lee J-H et al. Association of chronic hepatitis B infection and antiviral treatment with the development of the extrahepatic malignancies: a nationwide cohort study. J Clin Oncol 2022; epub ahead of print
Summary: A nationwide cohort study in South Korea found that patients with chronic hepatitis B (CHB) had an elevated risk of developing primary extrahepatic malignancies, while long-term nucleoside analogue treatment was associated with a lower risk of extrahepatic malignancy among patients with CHB.