Een meta-analyse die in 2014 werd gepubliceerd suggereerde dat circulerende
vetzuren geen belangrijke rol spelen in de prostaatcarcinogenese. Dr. Jorge
Chavarro (Harvard School of Public Health) en collega’s hebben een analyse
uitgevoerd die deze conclusie tegenspreekt. Ze publiceren online in het Journal of the
National Cancer Institute een patiënt-controle analyse in het cohort van de
Physicians’ Health Study, met 476
prostaatcarcinoompatiënten en gematchte controlepersonen.1 Uit de
analyse blijkt dat de associaties tussen circulerende vetzuren en het risico
van prostaatcarcinoom ‘dramatisch sterker’ waren in mannen met een diagnose
langer dan tien jaar na de bloedmonstername dan in mannen met een korter
interval tussen monstername en diagnose.
Onder mannen
met een interval tussen monstername en diagnose korter dan tien jaar was het
relatief risico van prostaatcarcinoom 1,03 (95%-bti 0,86-1,25) per
interkwartiel range voor enkelvoudig onverzadigde vetzuren en 0,95 (95%-bti
0,78-1,15) voor meervoudig onverzadigde vetzuren. Onder mannen met een interval
tussen monstername en diagnose tien jaar of langer was het relatief risico van
prostaatcarcinoom 1,69 (95%-bti 1,21-2,34) per interkwartiel range voor
enkelvoudig onverzadigde vetzuren (p voor heterogeniteit = 0,01) en 0,59 (95%-bti
0,42-0,83) per interkwartiel range voor meervoudig onverzadigde vetzuren (p
voor heterogeniteit = 0,02).
De
onderzoekers concluderen dat de resultaten van de meta-analyse ten dele kunnen
worden verklaard uit onvoldoende follow-up tijd, en dat sommige omgevings-
en/of metabole factoren een rol kunnen spelen in de prostaatcarcinogenese meer
dan tien jaar voor de diagnose wordt gesteld.
1.Yang M, Sesso HD, Colditz GA et al.
Effect modification gy time since blood draw on the association between
circulating fatty acids and prostate cancer risk. J Natl Cancer Inst 2016; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)