Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Associatie van detectie van ctDNA in neoadjuvant behandeld mammacarcinoom met respons en overleving


Prof. Laura van 't VeerPathologisch complete respons (pCR) op neoadjuvante chemotherapie (NACT) is geassocieerd met gunstige uitkomsten. Een analyse in het cohort van de I-SPY 2 Trial heeft de waarde onderzocht van seriële bepaling van niveaus van circulerend tumor DNA (ctDNA) voor het voorspellen van pCR en het risico van metastatisch recidief. Prof. Laura van ’t Veer en collega’s publiceren de analyse in Annals of Oncology.1

De studie randomiseerde patiënten met hoog-risico vroeg-stadium mammacarcinoom naar neoadjuvant standaard NACT met of zonder de AKT-remmer MK-2206. De nu gepulbiceerde analyse includeerde 84 patiënten die bloedmonsters afstonden voor het begin van de behandeling (T0), drie weken na de start van paclitaxel (T1), tussen paclitaxel en anthracycline regimes (T2), en voor chirurgie (T3). In de monsters werd ctDNA bepaald met een gepersonaliseerde test op zestien patiënt-specifieke mutaties (gebaseerd op whole exome sequencing van de pretreatment tumor).

Op T0 waren 61 van 84 patiënten (73%) ctDNA-positief. ctDNA-positiviteit nam af tijdens de neoadjuvante behandeling (T1 35%; T2 14%; T3 9%). Patiënten die ctDNA-positief bleven op T1 hadden een significant hogere waarschijnlijkheid van residuele ziekte na NACT (83% non-pCR) vergeleken met patiënten die op T1 ctDNA-negatief waren (52% non-pCR; OR 4,33; p=0,012). Na NACT waren alle zeventien patiënten met pCR ctDNA-negatief. De mediane follow-up was 4,8 jaar. De figuur laat zien dat onder de 43 patiënten die geen pCR bereikten de ctDNA-positieve patiënten (14%) significant hoger risico hadden van metastatisch recidief (HR 10,4; 95%-bti 2,3-46,6). Patiënten die geen pCR bereikten maar wel ctDNA-negatief waren (86%) hadden excellente uitkomsten; niet signifcant verschillend van pCR-patiënten (HR 1,4; 95%-bti 0,15-13,5).

De onderzoekers concluderen dat achterwege blijven van ctDNA-klaring significant voorspellend was voor slechte respons en metastatisch recidief, terwijl ctDNA-klaring geassocieerd was met betere overleving, zelfs onder patiënten die geen pCR bereikten.

1.Magbanua MJM, Brown Swigart L, Wu H-T et al. Circulating tumor DNA in neoadjuvant-treated breast cancer reflects response and survival. Ann Oncol 2020; epub ahead of print

Summary: Analysis in the cohort of the I-SPY 2 Trial (neoadjuvant chemotherapy with or without the AKT inhibitor MK-2206 for high-risk early-stage breast cancer) found that lack of ctDNA clearance was a signficant predictor of poor response and metastatic recurrence, while clearance was associated with improved survival even in patients who did not achieve pCR.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren