
De studie includeerde 608 vrouwen met een BRCA2-mutatie en invasief mammacarcinoom. Ongeveer 77% van de carcinomen waren ER-positief, met ER-positiviteit in tumoren van 83% van patiënten jonger dan veertig jaar. ER-positieve ziekte had een hogere waarschijnlijkheid klierpositief te zijn dan ER-negatieve ziekte (59% versus 34%; p<0,001). De overlevingsanalyse includeerde 584 patiënten. Positieve ER-status was geassocieerd met betere overleving in de eerste vijf jaar na de diagnose (HR 0,49; p=0,03) maar was na het vijfde jaar geassocieerd met slechtere overleving (HR 1,91; p=0,03). Dit ongunstige effect van positieve ER-status was beperkt tot vrouwen die geen endocriene behandeling kregen (HR 2,36; p=0,01) en patiënten met intacte ovaria (HR 1,91; p=0,02).
De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat het ongunstige effect van positieve ER-status op overleving van mammacarcinoom in BRCA2-mutatiedraagsters geassocieerd kan zijn met blootstelling aan door ovaria geproduceerde hormonen.
1.Olafsdottir EJ, Borg A, Jensen M-B et al. Breast cancer survival in Nordic BRCA2 mutation carriers – unconventional association with oestrogen receptor status. Br J Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: A study in four Mordic countries found that the adverse effect of a positive ER status of breast cancer in BRCA2 carriers was limited to women who dit not undergo endocrine treatment and patients with intact ovaries.