Er is geen
duidelijkheid over een mogelijke associatie van gebruik van
immuuncheckpointremmers (ICIs) voor maligniteiten het het risico van veneuze
en/of arteriële tromboëmbolie (VTE/ATE). Een retrospectieve cohortstudie van de
Medische Universiteit van Wenen heeft deze associatie onderzocht. Dr. Chihan Ay en collega’s publiceren de studie in Blood.1
Tussen begin
2015 en eind 2018 werden in het ziekenhuis van de universiteit 672 patiënten
met ICIs behandeld voor maligniteiten (onder wie 30,4% voor melanoom en 24,1%
voor NSCLC; 86% voor stadium IV-ziekte). Gedurende mediaan 8,5 maanden
follow-up werd VTE gezien in 47 patiënten en ATE in 9, overeenkomend met
cumulatieve incidentie van 12,9% (95%-bti 8,2-18,5) voor VTE en 1,8% (95%-bti
0,7-3,6) voor ATE. Voorkomen van VTE was geassocieerd met verhoogde mortaliteit
(transition hazard ratio 3,09;
95%-bti 2,07-4,60). Geschiedenis van VTE was geassocieerd met verhoogd
VTE-risico (subdistribution hazard ratio
3,69; 95%-bti 2,00-6,81). Er was geen associatie van VTE met ECOG performance
status of comorbiditeitenscores, en het VTE-risico verschilde niet significant
tussen patiënten met verschillende tumortypen en ICI-typen.
De
onderzoekers concluderen dat patiënten die ICIs kregen voor maligniteiten een
hoog risico van tromboëmbolie hadden, vooral VTE, en dat voorkomen van VTE
geassocieerd was met verhoogde mortaliteit.
1.Moik
F, Chan W-SE, Wiedemann S et al. Incidence, risk factors and outcomes of venous and arterial
thromboembolism in immune checkpoint inhibitor therapy. Blood 2020; epub ahead
of print
Summary: A retrospective cohort study at the Medical
University of Vienna (Austria) found that use of ICIs for cancer was associated
with a high risk of thromboembolism, especially VTE (cumulative incidence 12.9%
after 8.5 months).
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)