Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Associatie van intensiteit van diagnostische evaluatie van incidenteel-gedetecteerde longnoduli met uitkomsten


Prof. Farhood FarjahDetectie van longnoduli (LN) met CT kan wijzen op bestaan van een maligniteit. In 5% tot 10% van de patiënten met incidenteel gedetecteerde LN wordt een maligniteit vastgesteld. Correcte afweging van voordelen van snelle detectie van de maligniteit tegen risico’s en kosten van diagnostisch testen is een uitdaging. Een studie onder patiënten van Kaiser Permanente Washington in Seattle en van Marshfield Clinic in Marshfield (Wisconsin) heeft associatie van intensiteit van diagnostische evaluatie met uitkomsten na detectie van LN onderzocht. Prof. Farhood Farjah (University of Washington) en collega’s publiceren de studie in JAMA Internal Medicine.1

De studie includeerde 5057 patiënten na detectie van LN tussen begin 2005 en eind 2015. De patiënten waren 35 jaar of ouder, hadden geen hoge verdenking van infectie, en geen aanwijzingen voor een maligniteit. De 2005-Fleischner Society richtlijnen bevelen voor deze patiënten twee jaar periodieke follow-up aan na detectie van LN. Onder de geïncludeerde patiënten kreeg 38% follow-up volgens Fleischner, 37% minder-intensieve follow-up (zoals geen testen of langere surveillance-intervallen), en 25% meer-intensieve follow-up. Het primaire eindpunt van de studie was het percentage patiënten met stadium III of IV ziekte bij diagnose longcarcinoom. Andere eindpunten waren blootstelling aan straling, procedure-gerelateerde bijwerkingen, en kosten in de twee jaar na de LN-detectie.

Vergeleken met richtlijn-concordante follow-follow-up was minder-intensieve follow-up geassocieerd met minder procedure-gerelateerde bijwerkingen (risicoverschil – 5,9%; 95%-bti -7,2 tot -4,6), lagere gemiddelde stralingsblootstelling (-9,5 mSv; 95%-bti -10,3 tot -8,7), lagere gemiddelde kosten (-USD 10.916; 95%-bti -16.112 tot -5719) maar geen verschil in het percentage patiënten met stadium III of IV bij de diagnose longcarcinoom (risicoverschil 4,6%; 95%-bti -22% tot +31%). Vergeleken met richtlijn-concordante follow-up was meer-intensieve evaluatie geassocieerd met meer procedure-gerelateerde bijwerkingen (risicoverschil +8,1%; 05%-bti +5,6 tot +11,0), hogere gemiddelde stralingsblootstelling (+6,8 mSv; 95%-bti +5,8 tot +7,8), hogere gemiddelde kosten (+USD 20.132; 95%-bti +14.398 tot + 25.868) maar geen verschil in het percentage patiënten met stadium III of IV ziekte bij de diagnose longcarcinoom (risicoverschil – 0,5%; 95%-bti -28 tot +27).

De onderzoekers concluderen dat er behoefte is aan meer evidentie voor optimale diagnostische evaluatie na detectie van LN.

1.Farjah F, Monsell SE, Gould MK et al. Association of the intensity of diagnostic evaluation with outcomes in incidentally detected lung nodules. JAMA Intern Med 2021; epub ahead of print

Summary: A study at the University of Washington (Seattle) found that after incidental detection of lung nodules, less intensive than guideline-concordant diagnostic evaluation was not associated with more advanced stage at lung cancer diagnosis; while more intensive than guideline-concordant follw-up was associated with greater procedural complications, radiation exposure, and expenditures.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren