Naarmate
lokale behandelingen voor mammacarcinoom beter worden is het denkbaar dat het
risico van contralateraal mammacarcinoom (CBC) na DCIS groter wordt dan het
risico van een tweede ipsilateraal mammacarcinoom. Dr. Natasha Stout (Harvard
Medical School, Boston MA) en collega’s hebben onderzocht of de oestrogeenreceptor
(ER)-status van DCIS van invloed is op het risico van CBC. Ze publiceren
hun analyse online als Brief
Report in Breast Cancer Research and
Treatment.1
De analyse,
gebaseerd op gegevens in de SEER-database, includeerde vrouwen in de leeftijd
van veertig tot tachtig jaar met een diagnose DCIS tussen begin 1990 en eind
2002. De tien-jaars cumulatieve incidentie van CBC was 5,3% (95%-bti 4,8-5,8%)
onder vrouwen met ER-positief DCIS en 3,3% (95%-bti 2,6-4,0%) onder vrouwen met
ER-negatief DCIS.
De
onderzoekers concluderen dat de analyse suggereert dat ER-positief DCIS een signaal
is dat wijst op verhoogde propensiteit voor ontwikkeling van maligniteit
ongeacht lateraliteit, terwijl ER-negatief DCIS een geïsoleerd lokaal gebeuren
zou kunnen zijn. De ER-status zou van invloed moeten zijn op behandeling van en
surveillance na DCIS.
1.Stout NK, Cronin AM, Uno H et
al.Estrogen-receptor status and risk of contralateral breast cancer following
DCIS. Breast Cancer Res Treat 2018; epub ahead of print
Summary: An analysis of the SEER database shows that ER-positivity of DCIS is associated
with increased risk of contralateral breast cancer.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)