
In de NCDB identificeerden de onderzoekers 2382 patiënten die tussen begin 2006 en eind 2017 preoperatieve chemotherapie kregen gevolgd door resectie en postoperatieve chemotherapie voor stadium II of III maag-adenocarcinoom. Preoperatieve chemosensitiviteit werd onderscheiden in zeer sensitief (ypT0N0), sensitief (pathologisch TNM-stadium lager dan klinisch met uitzondering van ypT0N0), of refractair (pathologisch klinisch of hoger). De figuur laat zien dat preoperatieve chemosensititiveit van invloed was op de overall survival (panel A), dat postoperatieve chemotherapie onder alle patiënten tezamen geen invloed had op de overleving (panel B), en dat de preoperatieve chemosensitiviteit wel voorspellend was voor overleving onder patiënten die postoperatieve chemotherapie kregen (panel C).
De onderzoekers concluderen dat preoperatieve chemosensitiviteit geassocieerd was met overleving onder patiënten die postoperatieve chemotherapie kregen voor resectabel maag-adenocarcinoom. Informatie over preoperatieve chemosensitiveit kan van waarde zijn voor de keus tussen al of niet postoperatieve chemotherapie voor deze patiënten.
1.Deng L, Groman A, Jiang C et al. Association of preoperative chemosensitivity with postoperative survival in patients with resected gastric adenocarcinoma. JAMA Network Open 2021;4:e2135340
Summary: A cohort study using the National Cancer Database found that preoperative chemosensitivity was associated with survival among patients who received postoperative chemotherapy for resectable gastric adenocarcinoma. Preoperative chemosensitivity may be helpful in making the decision regarding postoperative chemotherapy for these patients.