
De studie randomiseerde patiënten naar drie armen: atezolizumab plus carboplatine plus paclitaxel (ACP), bevacizumab plus carboplatine plus paclitaxel (BCP), of atezolizumab plus BCP (ABCP) iedere drie weken voor vier of zes cycli, gevolgd door onderhoudsbehandeling met atezolizumab (in de ACP-arm), bevacizumab (BCP), of beide (ABCP). De nu gepresenteerde analyse vergelijkt ABCP met BCP; de uitkomsten van de BCP-arm worden later gepubliceerd. De twee primaire eindpunten waren lokaal-beoordeelde progressievrije overleving onder alle patiënten met wildtype genotype voor EGFR en ALK (WT-populatie) en onder patiënten in de WT-populatie met een hoge expressie van effector T-cel (Teff) gensignatuur in de tumor (Teff-high WT-populatie), en overall survival in de WT-populatie.
De studie randomiseerde 356 WT-patiënten naar ABCP en 336 naar BCP. De figuur laat zien dat de mediane PFS langer was in de ABCP-groep (8,3 maanden) dan in de BCP-groep (6,8 maanden; HR 0,62; p<0,001). De corresponderende waarden in de Teff-high WT-populatie waren 11,3 maanden versus 6,8 maanden (HR 0,51; p<0,001). De PFS was eveneens langer in de ABCP-groep dan in de BCP-groep in de totale populatie, inclusief patiënten met EGFR- of ALK veranderingen, onder patiënten met lage PD-L1 expressie, patiënten met lage Teff-gensignatuur expressie, en patiënten met levermetastasen. Deze figuur toont de interim-analyse van OS in beide groepen. De mediane OS was langer in de ABCP-groep (19,2 maanden) dan in de BCP-groep (14,7 maanden; HR 0,78; p=0,02). Het veiligheidsprofiel van ABCP was consistent met wat eerder is gezien van de afzonderlijke middelen.
De onderzoekers concluderen dat toevoeging van atezolizumab aan bevacizumab plus chemotherapie resulteerde in significant betere PFS en OS onder patiënten met metastatisch niet-squameus NSCLC, ongeacht PD-L1 expressie en EGFR- of ALK-mutatiestatus.
1.Socinski MA, Jotte RM, Cappuzzo F et al. Atezolizumab for first-line treatment of metastatic nonsquamous NSCLC. N Engl J Med 2018; epub ahead of print