
De analyse includeerde 24.214 tenminste vijf-jaar CCSs met een diagnose van een maligniteit tussen begin 1970 en eind 1999 op een mediane leeftijd van 7,0 jaar (range 0 tot 20,9 jaar). De mediane leeftijd van de geïncludeerde CCSs was 27,5 jaar (range 5,6 tot 58,9 jaar). De cumulatieve incidentie van cardiale ziekte dertig jaar na de diagnose was 4,8% (95%-bti 4,3-5,2). Lage-tot-matige radiotherapiedoseringen (5,0 tot 20,0 Gy) naar grote cardiale volumes (50% van het hart of meer) waren geassocieerd met verhoogd risico van cardiale ziekte (versus overlevers zonder RT naar het hart RR 1,6; 95%-bti 1,1-2,3). Ook hoge doseringen (20 Gy of meer) naar kleine cardiale volumes (0,1% tot 30% van het hart) waren geassocieerd met verhoogd risico (versus geen RT naar het hart RR 2,4; 95%-bti 1,4-4,2). Er was een doserings-respons relatie tussen anthracycline chemotherapie en het risico van hartfalen, met het hoogste risico in patiënten die anthracycline hadden gekregen voor de leeftijd van veertien jaar.
De onderzoekers concluderen dat CCSs na radiotherapie naar het hart een hoog risico van cardiale ziekte hebben.
1.Bates JE, Howell RM, Liu Q et al. Therapy-related cardiac risk in childhood cancer survivors: an analysis of the Childhood Cancer Survivor Study. J Clin Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis of the Childhood Cancer Survivor Study found a 4.8% cumulative incidence of cardiac disease 30 years from diagnosis, with increased rates in patients who received RT to large cardiac volumes. The authors conclude that this observation supports advances in radiation field design and delivery technology to reduce cardiac dose and volume.