Overlevers
van maligniteiten tijdens de jeugd (childhood
cancer survivors, CCSc) hebben een verhoogd risico van het ontwikkelen van
tumoren. Solide benigne tumoren kunnen voorlopers zijn van maligne tumoren, en
benigne en maligne tumoren zouden etiologische factoren gemeen kunnen hebben.
Er is echter weinig informatie over het risico van solide benigne tumoren in
CCSs. Een analyse in het Nederlandse DCOG-LATER cohort heeft dit risico
gekwantificeerd. Dr. Cécile Ronckers (Amsterdam AMC) en collega’s publiceren de analyse online in JAMA Oncology.1
De analyse
includeerde 5843 personen die tenminste vijf jaar overleefden na een diagnose
van een maligniteit voor de leeftijd achttien jaar tussen begin 1963 en eind
2001 in zeven pediatrische centra, en 883 siblings.
Eindpunt van de studie was cumulatieve incidentie van benigne tumoren. Onder de
CCSs waren er 542 (9,3%) die een benigne tumor ontwikkelden na mediaan 22,7
jaar follow-up (range 5,0-52,2 jaar). Onder vrouwen was abdominopelvische
radiotherapie doserings-afhankelijk geassocieerd met het risico van uterien
leiomyoom (versus geen RT: dosering tot 20 Gy HR 1,9; 95%-bti ,05-7,0; dosering
20 tot 30 Gy HR 3,4; 95%-bti 1,1-10,4; dosering 30 Gy en hoger HR 5,4; 95%-bti
2,4-12,4). Hoge-dosering RT naar de romp was niet geassocieerd met
borst-fibroadenoom. Van 23 bot en chondromateuze neoplasmen werden 16 gezien in
overlevers van leukemie, onder wie 11 totale lichaamsbestraling gekregen hadden
(HR 37,4; 95%-bti 14,8-94,7). Zenuwschachttumoren waren geassocieerd met
radiotherapie (HR op 31-jarige leeftijd 2,9; 95%-bti 1,5-5,5) en waren een indicator
van neurofibromatose type 1 of 2 status (HR 5,6; 95%-bti 2,3-13,7).
De
onderzoekers concluderen dat de analyse suggereert dat CSSs vergeleken met
siblings een ongeveer tweemaal verhoogd risico van het ontwikkelen van benigne
solide tumoren hebben.
1.Kok
JL, Teepen JC, van der Pal HJ et al. Incidence of and risk factors for histologically confirmed solid benign
tumors among long-term survivors of childhood cancer. JAMA Oncol 2019; epub
ahead of print
Summary: An analysis of the Dutch DCOG-LATER cohort (individuals diagnosed with cancer at age younger than 18
years from 1963 through 2001) found that childhood cancer survivors have
approximately 2-fold risk of developing subsequent benign tumors compared with
siblings.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)