Adjuvante
systemische therapie (AST) voor mammacarcinoom is geassocieerd met verbetering
van de mammacarcinoom-specifieke overleving (BCSS). Er bestaan echter zorgen
over het risico van overbehandeling met AST. Een retrospectieve analyse van
alle patiënten met een diagnose niet-metastatisch unilateraal mammacarcinoom in
Nederland en de Verenigde Staten in 2015 heeft overbehandeling met AST
geïnventariseerd. PhD-student Max Ragusi (Universiteit Utrecht) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer
Research and Treatment.1
De analyse
is gebaseerd op gegevens van de NKR en de SEER-database. Het Nederlandse cohort
bestond uit 10.810 patiënten. Het overlevingsprofijt van AST werd berekend met
de PREDICT tool. Overbehandeling werd gedefinieerd als het percentage patiënten
die ook zonder AST tien jaar zouden hebben overleefd. Van deze patiënten kregen
59,5% AST. Van deze patiënten werd voor 6,4% (interkwartielinterval 2,5-8,2)
tien-jaars overleving dankzij AST berekend, resulterend in overbehandeling in
93,6% (IQI 91,8-97,5). De laagste overbehandeling werd gezien met gerichte
therapie en chemotherapie (86,5%; IQI 83,4-89,6) en de hoogste overbehandeling
met alleen-endocriene therapie (96,7%; IQI 96,0-98,1). In het Amerikaanse
cohort werden vergelijkbare resultaten gezien.
De
onderzoekers concluderen dat op basis van PREDICT AST mammarcarcinoom-specifief
overlijden voorkomt in 6,4% van de behandelde patiënten.
1.Ragusi
MAA, van der Velden BHM, van Maaren MC et al. Population-based estimates of overtreatment
with adjuvant systemic therapy in early breast cancer patients with data from
the Netherlands and the USA. Breast Cancer Res Treat 2022; epub ahead of print
Summary: Analysis of data from cancer
registries in The Netherlands and the USA found that, based on PREDICT, adjuvant
systemic treatment prevents 10-year breast cancer death in 6.4% of treated
patients. Consequently, AST yields no survival benefit to many treated
patients.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)