Er is
slechts beperkte informatie beschikbaar over epidemiologie en behandelingen van
grootcellig neuro-endocrien carcinoom van de long (LCNEC). Een analyse van de
SEER-database heeft het voorkomen en klinische kenmerken van LCNEC op
bevolkingsniveau beschreven. Dr.
Simon Cheng (Columbia University, New York) en collega’s publiceren de analyse online in Clinical Lung Cancer.1
In de
database over de periode van begin 2010 tot eind 2015 identificeerden de
onderzoekers 195.148 patiënten met longmaligniteiten, onder wie 1681 patiënten
met LCNEC (0,9%). Over de periode begin 2004 tot eind 2015 nam de incidentie
toe met 0,011 personen per 100.000 per jaar. LCNEC werd meer frequent gezien in
mannen dan in vrouwen, en was in de meeste gevallen (55%) bij presentatie
stadium IV. Hersenmetastase werd gezien in 19,2% van de LCNEC-patiënten, meer
dan in SCLC (16,7%; p<0,001) of NSCLC (13%; p<0,001). Overleving van
patiënten met stadium I-III LCNEC kwam overeen met overleving van stadium I-III
NSCLC; overleving van stadium IV LCNEC kwam overeen met overleving van stadium
IV SCLC.
De
onderzoekers concluderen dat de incidentie van LCNEC tussen begin 2004 en eind
2015 toenam. Overleving van stadium I-III LCNEC kwam overeen met die van
stadium I-III NSCLC; overleving van stadium IV LCNEC kwam meer overeen met die
van SCLC.
1.Kinslow CJ, May MS, Saqi A et al. Large
cell neuroendocrine carcinoma of the lung: a population-based study. Clin Lung
Cancer 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis of the SEER database (2010
through 2015) found 1,681 cases of large cell neuroendocrine carcinoma of the
lung among 195,148 cases of lung cancer (0.9%; increasing by 0.011 people per
100,000 per year). LCNEC generally presented at more advanced stages than
NSCLC, but earlier than SCLC. Stages I-III LCNEC behaved similarly to NSCLC,
whereas stage IV was more akin to SCLC.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)