
Van de overlevers in de analyse overleden 1.228.328 patiënten (38,0%) aan een maligniteit en 365.689 (11,3%) aan CVDs, gedefinieerd als hartziekte, hypertensie, cerebrovasculaire ziekte, atherosclerose, en aorta-aneurysme/dissectie. Voor acht typen maligniteiten was in tenminste één kalenderjaar de CVD-mortaliteit hoger dan de sterfte aan de index-mortaliteit. De CVD-mortaliteit was het hoogst in de groep patiënten met een maligniteit gediagnosisteerd voor de leeftijd 35 jaar. De CVD-mortaliteit was het hoogst (SMR 3,93; 95%-bti 3,89-3.97) in het eerste jaar na de diagnose van de maligniteit, en bleef verhoogd (vergeleken met de algemene bevolking) gedurende de follow-up.
De onderzoekers concluderen dat de meerderheid van de CVD-overlijdensgevallen werd gezien in patiënten met een maligniteit van borst, prostaat, of blaas. Vanaf het moment van diagnose van de maligniteit was het risico van CVD-mortaliteit onder de overlevers hoger dan in de algemene bevolking. Met name overlevers van endometriumcarcinoom hadden in het eerste jaar na de diagnose een hoge CVD-mortaliteit.
1.Sturgeon KM, Deng L, Bluethmann SM et al. A population-based study of cardiovascular disease mortality risk in US cancer patients. Eur Heart J 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis of the SEER database showed that the majority of deaths from cardiovascular disease in cancer patients occurred in patients diagnosed with breast, prostate, or bladder cancer. From the point of cancer diagnosis forward into survivorship cancer patients (all sites) were at elevated risk of dying from CVDs compared to the general US population. In endometrial cancer, the first year after diagnosis posed a very high risk of dying from CVDs, supporting early involvement of cardiologists in such patients.