Vorderingen in behandeling en ondersteunende zorg hebben geresulteerd in verbetering van de overleving van adolescenten en jongvolwassenen (AYAs; leeftijd vijftien tot veertig jaar) met maligniteiten. Een subset van deze patiënten hebben echter een verhoogd risico van vroeg overlijden, gedefinieerd als binnen twee maanden na de diagnose. Een analyse van de SEER-database heeft factoren geïdentificeerd dit met deze risicoverhoging samenhangen. Dr. Michael Roth (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of the National Cancer Institute.¹

In de SEER-database over de periode begin 2000 tot eind 2016 identificeerden de onderzoekers 268.501 AYAs met een maligniteit. Percentage patiënten met vroeg overlijden was het hoogst onder patiënten met hematologische maligniteiten (3,1%; 95%-bti 2,9-3,2), gevolgd door patiënten met tumoren van het centraal zenuwstelsel (2,5%; 2,3-2,8) en patiënten met andere solide tumoren (1,0%; 0,9-1,0). Eindpunten van de analyse waren associaties van vroege dood met leeftijd bij diagnose, geslacht, ras, etniciteit, sociaal-economische status, verzekeringsstatus, en ruraliteit. Factoren die in elk van de drie typen maligniteiten geassocieerd waren het het risico van vroeg overlijden waren leeftijd bij diagnose, ras, etniciteit, sociaal-economische status, en verzekeringsstatus. Onder patiënten met hematologische maligniteiten en solide tumoren nam het risico van vroeg overlijden significant af tussen 2000 en 2016.

De onderzoekers concluderen dat een subset van AYAs met een maligniteit een verhoogd risico heeft van vroeg overlijden. Dit risico wordt niet alleen beïnvloed door het rype maligniteit maar ook door sociodemografische factoren.

1.Berkman AM, Andersen CR, Hildebrandt MAT et al. Risk of early death in adolescents and young adults with cancer: a population-based study. J Natl Cancer Inst 2023; epub ahead of print