
De onderzoekers bepaalden in 84.000 personen in de Deense algemene bevolking de waarden van de genoemde factoren, en volgden de deelnemers gedurende mediaan 4,8 jaar. In 4081 deelnemers werd tijdens de follow-up een van de genoemde maligniteiten gediagnostiseerd. Vergeleken met het risico voor personen die bij inclusie geen verhoogde waarden van een van de biomarkers hadden was het risico van colorectaalcarcinoom voor personen met één, twee, en drie verhoogde waarden 38%, 79% en 118% verhoogd. Een vergelijkbare stapsgewijze risicoverhoging werd gezien voor longcarcinoom (200% verhoogd risico bij drie versus nul verhoogde waarden) en mammacarcinoom (42% verhoogd risico bij drie versus nul verhoogde waarden). Het absolute vijf-jaars risico van longcarcinoom was 7,8% in oudere rokers met verhoogde waarden van drie factoren versus 3,8% in oudere rokers met verhoogde waarden van nul factoren.
De risicoverhogingen waren het sterkst in het eerste jaar van de follow-up. Dit zou kunnen betekenen dat de maligniteit de inflammatie veroorzaakt, en niet zozeer dat de inflammatie de oorzaak is van de maligniteit.
De onderzoekers concluderen dat gelijktijdige verhoging van CRP, fibrinogeen, en leukocytengetal geassocieerd is met verhoogd risico van colorectaal-, long-, en mammacarcinoom.
1.Allin KH, Bojesen SE, Nordestgaard BG. Inflammatory biomarkers and risk of cancer in 84,000 individuals from the general population. Int J Cancer 2016; epub ahead of print