In recente
studies is gezien dat adjuvante bisfosfonaattherapie de ontwikkeling van
botmetastasen van mammacarcinoom kan remmen en de overleving kan verbeteren. Er
is behoefte aan prognostische en predictieve biomarkers om patiënten te
identificeren die optimaal kunnen profiteren van bisfosfonaten. Prof. Robert
Coleman (University of Sheffield) en collega’s hebben een studie uitgevoerd die
twee mogelijke biomarkers heeft geïdentificeerd. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute.1
Proteoom-vergelijkingen
van bot-metastatische, long-metastatische en niet-metastatische mammacarcinoom-cellijnen
leidden tot de identificatie van de eiwitten CAPG en GIPC1 als potentiële
biomarkers. Om de klinische bruikbaarheid van deze biomarkers vast te stellen
bepaalden de onderzoekers de gehalten van beide eiwitten in tumor-microarrays
van deelneemsters aan de gerandomiseerde AZURE-studie van adjuvant zoledronaat.
Uit de analyses blijkt dat de patiënten in de niet-zoledronaat arm meer botmetasen
(HR 4,5; p<0,001) en een slechtere overleving (HR voor OS 1,8; p=0,045)
hadden als de expressie van beide eiwitten in de primaire tumor hoog was. In
patiënten met hoge expressie van beide eiwitten had zoledronaat een
substantieel effect, resulterend in reductie van het risico van eerste distant
recidief in het bot met een factor 10 (p=0,008).
De
onderzoekers concluderen dat de composiet-biomarker CAPG en GIPC1 in primaire
mammatumoren ziekteuitkomsten en profijt van zoledronaat voorspelde, en
mogelijk kan worden gebruikt voor de selectie van patiënten voor adjuvante
bisfosfonaatbehandeling.
1.Westbrook JA, Cairns DA, Peng J et al. BCAPG and
GIPC1: Breast cancer biomarkers for bone metastasis development and treatment.
J Natl Cancer Inst 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)