Een body mass index 28 kg/m2 of hoger een jaar voor de diagnose was geassocieerd met hoger risico van totale mortaliteit (HR 1,79; 95%-bti 1,06-3,03) en recidief/ziektespecifieke mortaliteit (HR 1,83; 95%-bti 1,05-3,21). De associaties tussen BMI en TNBC-prognose werden in de loop van de tijd van prediagnose tot postdiagnose zwakker. Vergeleken met stabiel lichaamsgewicht (verandering binnen 5%) was gewichtsverlies van 5% of meer achttien of zesendertig maanden na de diagnose geassocieerd met hoger risico van totale mortaliteit (HR 2,08; 95%-bti 1,25-3,46 voor gewichtverlies na achttien maanden en HR 1,42; 95%-bti 0,77-2,63 voor gewichtsverlies na zesendertig maanden) en hoger risico van recidief/ ziektespecifieke mortaliteit (HR 2,50; 95%-bti 1,45-2,30 voor gewichtsverlies na achttien maanden en HR 2,17; 95%-bti 1,14-4,12 voor gewichtsverlies na zesendertig maanden). Gewichtstoename van meer dan 5% achttien en zesendertig maanden na de diagnose was geassocieerd met een niet-significant toegenomen mortaliteit.
De onderzoekers concluderen dat obesitas voor de diagnose en gewichtsverlies na de diagnose geassocieerd zijn met slechtere TNBC-prognose. Nadruk op het handhaven van een stabiel lichaamsgewicht na de diagnose TNBC zou kunnen worden overwogen.
1.Bao P-P, Cai H, Peng P et al. Body mass index and weight change in relation to triple-negative breast cancer survival. Cancer Causes Control 2015; epub ahead of print