Onderzoekers
van het University of Colorado Cancer
Center analyseerden 4726 gevallen van borstkanker bij mannen en 718.587
gevallen van borstkanker bij vrouwen. Ze komen tot de conclusie dat de ziekte
bij mannen anders wordt behandeld dan bij vrouwen. Bij mannen wordt vaker
overgegaan tot mastectomie. Lokaal gevorderde borstkanker wordt bij vrouwen
vaak met bestraling behandeld dan bij mannen. De resultaten van de studie zijn
gepubliceerd in het International Journal
of Radiation Oncology, Biology and Physics.1 Emma Fields
en haar collega’s van het Department of
Radiation Oncology van het UCC gebruikten de Surveillance, Epidemiology, and End Results (SEER) databank van het
National Cancer Institute, die
momenteel (november 2013) 17 registers omvat die bij benadering 26% van de
bevolking van de Verenigde Staten beslaan. Ze analyseerden alle gevallen van
borstkanker bij mannen en bij vrouwen tussen 1973 en 2008. Van al deze gevallen
kwam 0,6% voor bij mannen. De mediane follow-up van de patiënten bedroeg 66
maanden. Van de mannelijke patiënten was bij het stellen van de eerste diagnose
12,4% tussen 10 en 49 jaar oud, 47,8% tussen 50 en 69 jaar oud, en 39,8% 70
jaar of ouder. Voor vrouwen omvatten deze leeftijdscategorieën respectievelijk 23,7%,
45,7% en 30,6%. De mediane leeftijd waarop de diagnose borstkanker werd gesteld
bedroeg 65-69 jaar voor mannen tegen 60-64 jaar voor vrouwen. De gemiddelde
incidentie bedroeg 1,5 per 100.000 voor mannen en 164,2 per 100.000 voor
vrouwen. Vanaf 1998
zijn er voldoende gegevens over PR- en ER-status in de databank opgeslagen. Mannen
zijn vaker ER-positief (77,1%) dan vrouwen (67,1%), en ook vaker ER-positief
(65,5% tegen 55,8%). Mastectomie
vond plaats bij 87,4% van de mannen tegen 38,3% van de vrouwen; borstsparende
therapie bij 12,6% tegen 52,6%. Onder de mannen met lokale ziekte was er geen
significant verschil in cause-specific
survival (CSS) tussen de 4,6% die werden behandeld met
lumpectomie/radiatietherapie en de 70% die werden behandeld met alleen
mastectomie (p=0,57). Van de mannen met regionale ziekte kreeg 33%
radiotherapie na mastectomie; toevoeging van radiotherapie aan de behandeling
was evenmin geassocieerd met verbetering van de CSS (p=0,37).
Postmastectomie-radiotherapie wordt wel steeds vaker gebruikt: 24,3% in
1973-1987 tegen 36,8% 1998-2008. De CSS voor mannen met borstkanker verbeterde
eveneens tussen 1973-1987 en 1998-2008 (HR 0,74; p=0,0004). De
onderzoekers concluderen dat chirurgisch management voor borstkanker bij mannen
aanzienlijk verschilt van dat bij vrouwen.
Referentie 1. Fields
EC, DeWitt P, Fisher CM, Rabinovitch R. Management of male breast cancer in the
United States: a surveillance, epidemiology and end results analysis. Int J
Radiat Oncol Biol Physics 2013;87:747-752
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)