
De studie, uitgevoerd in 124 centra in 20 landen, includeerde volwassen patiënten met lokaal-gevorderd of metastatisch ALK-positief NSCLC. Ze werden gerandomiseerd naar brigatinib 180 mg eenmaal daags (eerste zeven dagen 90 mg) of crizotinib 250 mg tweemaal daags. Het primaire eindpunt van de studie was centraal-beoordeelde progressievrije overleving. De eerste interimanalyse vond plaats na 99 gebeurtenissen.
De mediane follow-up was 11,0 maanden in de brigatinibgroep (n=137) en 9,3 maanden in de crizotinibgroep (n=138). De figuur laat zien dat de progressievrije overleving significant langer was met brigatinib dan met crizotinib (panel A), dat dit profijt werd gezien in alle vooraf-gedefinieerde subgroepen (panel B), dat de ORR hoger was in de brigatinibgroep dan in de crizotinibgroep (panel C), en dat brigatinib in vergelijking met crizotinib resulteerde in langere overleving zonder progressie van intracraniële ziekte onder patiënten met hersenmetastasen bij baseline (panel D).
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met ALK-positief NSCLC die niet eerder een ALK-remmer gekregen hadden de PFS significant langer was met brigatinib dan met crizotinib.
1.Camidge DR, Kim HR, Ahn M-J et al. Brigatinib versus crizotinib in ALK-positive non-small-cell lung cancer. N Engl J Med 2018; epub ahead of print
Summary: The international phase 3 study ALTA-1L showed that among patients with ALK-positive NSCLC who had not previously received an ALK inhibitor, the progression-free survival and secundary outcomes were significantly more favorable with brigatinib than with crizotinib.