Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Cardiotoxiciteit van radiotherapie voor slokdarmcarcinoom


Dr. Steven LinLate cardiotoxiciteit na radiotherapie (RT) voor mammacarcinoom of Hodgkin lymfoom is goed beschreven. Over cardiotoxiciteit na RT voor slokdarmcarcinoom (EC) is minder bekend. Een studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft incidentie en tijd van ontstaan van cardiale ziekten na RT voor ET geïnventariseerd. Dr. Steven Lin en collega’s publiceren de studie online in het Journal of Thoracic Oncology.1

Van maart 2005 tot en met augustus 2017 kregen bij MD Anderson 479 EC-patiënten preoperatieve of definitieve RT, hetzij intensiteitsgemoduleerde RT (IMRT) of protonentherapie (PBT). De mediane follow-up was 76 maanden. In 18% van de patiënten werden na mediaan 7 maanden graad 3 of hoger cardiale gebeurtenissen gezien. Factoren die geassocieerd waren met deze gebeurtenissen waren vooraf-bestaande cardiale ziekte (p=0,001) en radiotherapiemodaliteit (IMRT versus PBT; p=0,027). Lagere gemiddelde dosering naar het hart was geassocieerd met minder graad 3 of hoger cardiale gebeurtenissen. Graad 3 of hoger cardiale gebeurtenissen waren geassocieerd met slechtere overall survival (p=0,041).

De onderzoekers concluderen dat na RT voor EC ernstige cardiale gebeurtenissen relatief vaak optraden, met vroege onset, vooral in patiënten met vooraf-bestaande cardiale ziekte en patiënten die hogere stralingsdosering naar het hart kregen.

1.Wang X, Paliskas NL, Wamique Yusuf S et al. Incidence and onset of severe cardiac events after radiotherapy for esophageal cancer. J Thor Oncol 2020; epub ahead of print

Summary: A study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that after radiotherapy for esophageal cancer severe cardiac events were relatively common (grade 3 or higher in 18% of patients) with early onset (median 7 months).

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren