
De onderzoekers analyseerden retrospectief gegevens van honderd patiënten met stadium 4 of hoog-risico stadium 3 mammacarcinoom, en vergeleken de mate van overeenkomst tussen genomische veranderingen in tumor DNA (tDNA) en cfDNA. De meest frequent gevonden veranderingen waren mutaties in TP53 en PIK3CA, en amplificatie van EGFR en ERBB2. Voor PIK3CA-mutatie (Cohen’s kappa 0,64) en ERBB2-amplificatie (0,77) waren en robuuste associaties tussen tDNA en cfDNA; de associaties waren slecht voor TP53-mutatie (0,18) en EGFR-amplificatie (0,33). Veranderingen in TP53- en PIK3CA-mutant allelfrequenties in cfDNA waren nauw geassocieerd met respons op therapie (p=0,002). Aanwezigheid van TP53-mutatie (p=0,0004) en PIK3CA-mutant allelfrequentie (p=0,01) in cfDNA was een excellente voorspeller van progressievrije overleving.
De onderzoekers concluderen dat identificatie van genomische veranderingen in cfDNA een niet-invasieve methode is om ziekteprogressie te monitoren en de PFS te voorspellen in mammacarcinoom.
1.Liang DH, Ensor JE, Liu Z-b et al. Cell-free DNA as a molecular tool for monitoring disease progression and response to therapy in breast cancer patients. Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print