

De analyse is gebaseerd op SEER-Medicare databasegegevens van 826.436 Amerikanen ouder dan 65 jaar tussen 2004 en 2012. De meeste deelnemers waren vrouw (57,7%), en de gemiddelde leeftijd was 72,6 jaar (SD 8,0 jaar). Chronische sinusitis was geassocieerd met een 37% verhoogd HNC-risico (gecorrigeerd HR 1,37; 95%-bti 1,27-1,48), met name nasofarynxcarcinoom (aHR 3,71; 95%-bti 2,75-5,02), HPV-geassocieerd orofarynxcarcinoom (aHR 1,33; 95%-bti 1,13-1,57), en neusholte- en parasinaal sinucarcinoom (aHR 5,49; 95%-bti 4,56-6,62). Het grootste deel van de risicoverhoging was beperkt tot het eerste jaar na de diagnose chronische sinusitis; na meer dan een jaar was alleen nog het risico van NCPSC statistisch significant verhoogd (aHR 2,47; 95%-bti 1,84-3,31). De acht-jaars cumulatieve incidentie na de sinusitis-diagnose was voor alle drie de HNC-subtypes lager dan 0,07%.
De onderzoekers concluderen dat chronische sinusitis geassocieerd is met een verhoogd risico van HNC, met name NPC en NCPSC, en vooral in het eerste jaar na de sinusitisdiagnose, hetgeen zou kunnen wijzen op surveillance- of detectiebias.
1.Beachler DC, Engels EA. Chronic sinusitis and risk of head and neck cancer in the US elderly population. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2016; epub ahead of print