PhD-kandidaat
Renée Ebisch (Radboudumc) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van het
lange-termijn risico van HPV-gerelateerde carcinomen en premaligniteiten in
vrouwen met cervicale intra-epitheliale neoplasie graad 3 (CIN3). Ze publiceren
de studie online in het Journal of Clinical
Oncology.1 In de PALGA-registratie identificeerden de
onderzoekers 89.018 Nederlandse vrouwen met een CIN3-diagnose tussen begin 1990
en eind 2010. Ze matchten deze patiënten met een groep van 89.018 controlevrouwen
zonder CIN3, en vergeleken voor beide groepen de incidentie van carcinomen en
premaligniteiten van vulva, vagina, anus, en orofarynx.
Vrouwen met
een geschiedenis van CIN3 hadden een verhoogd risico van HPV-gerelateerde
carcinomen en premaligniteiten, met incidence
rate ratios van 3,85 (95%-bti 2,32-6,37) voor anuscarcinoom en 6,68
(95%-bti 3,64-12,25) voor anale intra-epitheliale neoplasie graad 3; IRR 4,93
(95%-bti 3,26-7,57) voor vulvacarcinoom en 13,66 (95%-bti 9,69-19,25) voor
vulvaire intra-epitheliale neoplasie graad 3; IRR 86 (95%-bti 12-618) voor
vaginacarcinoom en 26 (95%-bti 10-63) voor vaginale intra-epitheliale neoplasie
graad 3; en IRR 5,51 (95%-bti 1,22-24,84) voor orofaynxcarcinoom. Het risico
bleef lange tijd significant verhoogd, zelfs in follow-up tot twintig jaar.
De
onderzoekers concluderen dat het risico van HPV-gerelateerde carcinomen en
premaligniteiten verhoogd is in vrouwen gedurende lange tijd na een
CIN3-diagnose.
1.Ebisch
RMF, Rutten DWE, IntHout J et al. Long-lasting increased risk of human papillomavirus-related carcinomas
and premalignancies after cervical intraepithelial neoplasia grade 3: A
population-based cohort study. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)