Sotorasib is
een irreversibele remmer van KRAS-G12C. Er is behoefte aan biomarkers om
behandelkeuzen te geleiden onder patiënten die sotorasib krijgen voor gevorderd
niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) met KRAS-G12C
mutatie. Een studie van Erasmus MC Kanker Instituut heeft circulerend
tumor DNA (ctDNA) als biomarker geëvalueerd. Prof. Anne-Marie Dingemans en
collega’s publiceren de studie in het Journal of
Thoracic Oncology.1
De studie
includeerde 66 patiënten die bloedmonsters afstonden voor aanvang van de
behandeling, bij de eerste evaluatie van de respons, en bij progressie van de
ziekte. Pretreatment KRAS-G12C ctDNA
werd gedetecteerd in 50 patiënten (76%). Patiënten met pretreatment detecteerbaar ctDNA hadden inferieure progressievrije
overleving (HR 2,13; p=0,031) en overall
survival (2,61; p=0,017). Bij de eerste evaluatie van de respons hadden 29
van 40 patiënten (73%) moleculaire respons. Patiënten zonder moleculaire
respons hadden inferieure OS (HR 3,58; p<0,00059). KRAS-amplificaties werden
geïdentificeerd als potentieel resistentiemechanisme tegen sotorasib.
De
onderzoekers concluderen dat KRAS-G12C
ctDNA een bruikbare biomarker kan zijn in sotorasib-behandeld aNSCLC met KRAS-G12C mutatie.
1.Ernst
SM, van Marion R, Atmodimedjo PN et al. Clinical utility of circulating tumor DNA in patients with advanced KRASG12C-mutated non-small cell lung cancer
treated with sotorasib. J Thor Oncol 2024.04.007
Summary: A study at Erasmus MC
Cancer Institute (Rotterdam, The Netherlands) found that among patients
receiving sotarasib for advanced KRAS-G12C
mutated non-small cell lung cancer, pretreatment detection of ctDNA was
associated with inferior prognosis, while on-treatment ctDNA clearance was a
marker of treatment response.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)