Dr. Shirley
Bluethmann (The Pennsylvania State University, Hershey) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd van de impact van cognitief functioneren op discontinuering
van adjuvante hormoontherapie in oudere overlevers van mammacarcinoom. Ze
publiceren de studie online in Breast Cancer Research
and Treatment.1 De studie recruteerde 990 overlevers in de
leeftijd van 65 jaar en ouder die bij 78 centra in de Verenigde Staten
adjuvante hormoontherapie begonnen voor ER-positief mammacarcinoom. Het
cognitief functioneren werd bepaald aan de hand van scores op de EORTC-QLQ30
schaal bij inclusie in de studie en jaarlijkse follow-up gedurende maximaal
zeven jaar. Discontinuering werd beoordeeld voor drie tijdsperioden: vroeg (tot
één jaar na begin van de behandeling), mid-point
(één tot drie jaar), en laat (drie tot vijf jaar).
De patiënten
waren 65 tot 92 jaar oud (gemiddeld 72,6 jaar), en 79% had stadium 1- of
2A-ziekte. Van alle deelneemsters discontinueerde 43% de hormoontherapie vóór
het vijfde jaar. Na correctie voor leeftijd, gebruik van chemotherapie, en
andere covariaten was lager cognitief functioneren in de periode onmiddellijk
voorafgaand aan de discontinuering geassocieerd met verhoogd risico van
discontinuering tussen één en drie jaar (per 8 punten verschil HR 1,22;
p<0,001). Cognitief functioneren was niet gerelateerd aan discontinuering in
de andere perioden.
De
onderzoekers concluderen dat zelf-gerapporteerde cognitieve problemen een
significante risicofactor vormden voor discontinuering van adjuvante
hormoontherapie tussen één en drie jaar na begin van de behandeling in oudere
overlevers van mammacarcinoom.
1.Bluethmann SM, Alfano CM, Clapp JD
et al. Cognitive function and discontinuation of adjuvant homonal therapy in
older breast cancer survivors: CALGB 369901 (Alliance). Breast Cancer Res Treat
2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)