
De studie includeerde 2274 patiënten met mammacarcinoom en 18.209 gematchte controlevrouwen. De OR van mammacarcinoom met AFB 31 jaar of hoger versus 18 jaar of lager was 3,01 (95%-bti 2,44-3,71; p voor trend <0,001) en de OR met AFM 31 jaar of hoger versus 18 jaar of lager was 3,24 (95%-bti 2,62-4,01; p voor trend <0,001). In multivariate analyse onder getrouwde pareuze vrouwen waren deze ORs 1,38 (95%-bti 0,98-1,95; p voor trend <0,03) voor AFB en 1,70 (95%-bti 1,17-2,46; p voor trend <0,001) voor AFM. Een vergelijkbare gecorrigeerde OR voor AFM 31 jaar of hoger versus 18 jaar of lager werd gezien onder getrouwde nullipareuze vrouwen (OR 1,71; 95%-bti 0,98-2,98; p voor trend <0,001). AFM, als surrogaat voor de leeftijd bij het begin van langdurige cohabitatie, was dus sterk geassocieerd met het risico van mammacarcinoom.
De onderzoekers concluderen dat er een effect is van cohabitatie, mogelijk via infectie, met het risico van mammacarcinoom. Het onafhankelijke effect van AFB is geringer, en zou kunnen worden verklaard uit residuele confounding.
1.Kinlen JL, Gilham C, Ray R et al. Cohabitation, infection and breast cancer risk. Int J Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: Reanalysis of a large multinational case-control study found that age at first marriage, a surrogate for age at starting prolonged cohabitation, was strongly associated with breast cancer risk, while the independent effect of age at first birth was smaller and could be due to residual confounding.