Er is geen duidelijkheid over de lange-termijn colorectaalcarcinoom-incidentie en –mortaliteit na verwijdering van colorectale poliepen. Een analyse in het Zweden-brede gastroïntestinale ESPRESSO –cohort heeft de associatie onderzocht tussen verschillende histologische subtypen van poliepen met de incidentie en mortaliteit van CRC. Prof. Jonas Ludvigsson (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s publiceren de analyse online in The Lancet Gastroenterology & Hepatology.¹



Tussen begin 1993 en eind 2016 identificeerden de onderzoekers in het cohort 178.377 patiënten die poliepectomie indergingen voor colorectale poliepen. Ze selecteerden uit het bevolkingsregister 864.831 voor geboortejaar, leeftijd, geslacht, en provincie (althans county) gematchte controlepersonen. De gemiddelde leeftijd van patiënten op het moment van de poliepdiagnose was 58,6 (SD 13,9) jaar voor hyperplastische poliepen; 59,7 (14,2) jaar voor sessiele geserreerde poliepen; 63,9 (12,9) jaar voor tubulaire adenomen; 67,1 (12,1) jaar voor tubulovilleuze adenomen; en 68,9 (11,8) jaar voor villeuze adenomen.

Tijdens mediaan 6,6 jaar follow-up (IQR 3,0-11,6) werden in het poliep-cohort 4278 incidente CRCs gezien en overleden 1269 patiënten aan CRC. In het controlecohort werden 14.350 incidente CRCs gezien en overleden 5242 deelnemers aan CRC. De figuur toont de associaties voor afzonderlijke histologische subtypen. Patiënten met any polyps hadden een verhoogd risico van CRC, en patiënten met sessiele geserreerde poliepen (HR 1,74; 95%-bti 1,08-2,79), tubulovilleuze adenomen (HR 1,95; 1,69-2,24), en villeuze adenomen (HR 3,45; 2,40-4,95) hadden een verhoogde CRC-mortaliteit. De CRC-mortaliteit was niet verhoogd in de groep patiënten met hyperplastische poliepen (HR 0,90; 0-76-1,06) of tubulaire adenomen (HR 0,97; 0,84-1,12).

De onderzoekers concluderen dat, vergeleken met personen in de algemene bevolking, patiënten met colorectale poliepen een verhoogd CRC-risico hadden, en dat patiënten met sessiele geserreerde poliepen, tubulovilleuze adenomen, en villeuze adenomen een verhoogde CRC-mortaliteit hadden.

1.Song M, Emilsson L, Bozorg SR et al. Risk of colorectal cancer incidence and mortality after polypectomy: a Swedish record-linkage study. Lancet Gastroenterol Hepatol 2020; epub ahead of print

Summary: A cohort study in Sweden found that, compared with the general population, patients with any colorectal polyps had a higher colorectal cancer incidence, while patients with sessile serrated plyps, tubuvillous adenomas, and villous adenomas had a higher colorectal cancer mortality.