In de SEER-Medicare database voor de periode 2007 tot en met 2012 identificeerden de onderzoekers 12.538 oudere patiënten (65 jaar en ouder) die TKIs kregen voor maligniteiten van long, nier, lever, of pancreas of CML. Onder deze patiënten gebruikte 22,7% ook een PPI (concomitant gebruik gedefinieerd als tenminste dertig dagen PPI-gebruik tijdens de eerste negentig dagen vanaf de start van het TKI-gebruik). Voorspellers van concomitant gebruik waren polyfarmacie en eerder gebruik van PPIs. Concomitant TKI-PPI gebruik versus alleen TKI gebruik was geassocieerd met slechtere negentig-dagen overleving (HR 1,16; 95%-bti 1,05-1,28) en slechtere één-jaars overleving (HR 1,10; 95%-bti 1,04-1,18) maar was niet geassocieerd met meer discontinuering.
De onderzoekers concluderen dat bijna één op de vier oudere patiënten die TKIs krijgen voor maligniteiten concomitant PPI krijgt; en dat concomitant gebruik van TKI en PPI geassocieerd is met verlaagde overleving.
1.Sharma M, Holmes H, Mehta HB et al. The concomitant use of tyrosine kinase inhibitors and proton pump inhibitors: prevalence, predictors, and impact on survival and discontinuation or therapy in older adults with cancer. Cancer 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis of the SEER-Medicare database found that nearly 1 in 4 older adults with cancer who receive TKIs also receive PPIs concomitantly. Concomitant use is associated with an increased risk of death.