
De studie, uitgevoerd in 23 centra in Frankrijk, includeerde 140 volwassen patiënten met niet-eerder behandeld PCNSL. Ze kregen inductiechemotherapie bestaande uit twee cycli R-MBVP gevolgd door twee cycli R-AraC, en werden vervolgens gerandomiseerd naar consolidatie met thiotepa, busulfan, en cyclofosfamide gevolgd door autoSCT, of WBRT (40 Gy in 2 Gy per fractie). Het primaire eindpunt was twee-jaars progressievrije overleving, met als werkzaamheidscriterium tenminste 24 progressievrije patiënten onder de eerste 38 patiënten. In beide groepen werd aan dit criterium voldaan, met 63% (95%-bti 49-81) in de WBRT-arm en 87% (95%-bti 77-98) in de autoSCT-arm. Eén patiënt in de WBRT-arm en vijf patiënten in de autoSCT-arm overleden aan toxiciteit. In de WBRT-arm, maar niet in de autoSCT-arm, werd cognitieve stoornis gezien.
De onderzoekers concluderen dat beide behandelingen effectieve consolidatiebehandelingen waren voor PCNSL-patiënten jonger dan 61 jaar. Werkzaamheidseindpunten waren gunstiger in de ASCT-arm.
1.Houillier C, Taillander L, Dureau S et al. Radiotherapy or autologous stem-cell transplantation for primary CNS lymphoma in patients 60 years of age and younger: results of the intergroup ANOCEF-GOELAMS randomized phase II PRECIS study. J Clin Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: The French randomized phase 2 study PRECIS compared WBRT versus intensive chemotherapy and autologous stem-cell transplantation as consolidation after first-line chemoimmunotherapy induction for primary CNS lymphoma in patients aged 60 years or younger. The study found that both treatments were effective. The efficacy end points tended to favor the ASCT arm.