Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Correlatie tussen surrogaat-eindpunten en overall survival in patiënten met gevorderd NSCLC of CRC


Dr. Kenneth KehlVoor patiënten met maligniteiten die deelnemen aan klinische studies worden respons op behandeling en ziekteprogressie beoordeeld volgens RECIST-criteria. Buiten het kader van klinische studies worden uitkomsten gewoonlijk geregistreerd in niet-gestructureerde rapporten of aantekeningen in dossiers. Progressievrije overleving (PFS), tijd tot discontinuering van de behandeling (TTD), en tijd tot volgende behandeling (TTNT) zijn veel-gebruikte eindpunten. Een retrospectieve cohortstudie van patiënten van vier academische centra heeft de associatie tussen deze eindpunten en overall survival geïnventariseerd. Dr. Kenneth Kehl (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde patiënten die behandeling voor stadium IV NSCLC (n=1161) of CRC (n=1150) begonnen bij Dana-Farber, Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York), Princess Margaret Cancer Centre (Toronto), of Vanderbilt-Ingram Cancer Center (Nashville). De mediane OS na start van de eerstelijns therapie was 28,9 maanden voor de NSCLC patiënten en 42,0 maanden voor de CRC-patiënten. De onderzoekers bepaalden de assocatie met OS voor TTD, TTNT, PFS gebaseerd op alleen imaging-rapporten beoordeeld door een radioloog, PFS gebaseerd op alleen oordeel van een medisch oncoloog, PFS gebaseerd op hetzij imaging of oordeel van de medisch oncoloog (welk van beide als eerste kwam), en PFS op basis van zowel imaging als ook beoordeling door de oncoloog.

Zowel voor NSCLC als voor CRC was PFS op basis van overeenkomende beoordeling door radioloog en medisch oncoloog het best geassocieerd met OS (NSCLC: ρ=0,76; 95%-bti 0,73-0,79; CRC: ρ=0,73; 95%-bti 0,69-0,75). TTD was het minst geassocieerd met OS (NSCLC: ρ=0,45; 95%-bti 0,40-0,50; CRC: ρ=0,13; 95%-bti 0,06-0,19). TTNT was matig geassocieerd met OS (NSCLC: ρ=0,60; 95%-bti 0,55-0,64; CRC: ρ=0,39; 95%-bti 0,32-0,46).

De onderzoekers concluderen dat PFS gebaseerd op oordeel van zowel een radioloog als een behandelend medisch oncoloog het surrogaat-eindpunt was dat het best gecorreleerd was met OS.

1.Kehl KL, Riely GJ, Lepisto EM et al. Correlation between surrogate end points and overall survival in a multi-institutional clinicogenomic cohort of patients with non-small cell lung cancer or colorectal cancer. JAMA Network Open 2021;4:e2117547

Summary: A cohort study including patients starting treatment for advanced NSCLC or CRC at four academic centers found that PFS based on both a radiologist and a treating oncologist determining that a progression event had occurred was the surrogate endpoint most highly correlated with OS for analysis of observational clinicogenomic data.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren