
De onderzoekers detecteerden bij inclusie CTCs in 51 patiënten (40,8%) en vim+ CTCs in 26 patiënten (20,8%). In multivariate analyse was detectie van vijf of meer versus minder dan vijf CTCs geassocieerd met significant kortere overall survival (HR 0,55; p=0,022) maar niet progressievrije overleving (HR 0,68; p=0,118). Er was overall geen OS-verschil tussen groepen patiënten met vim+ CTCs en vim- CTCs (HR 1,24; p=0,494) maar na onderverdeling van de patiënten aan de hand van de NSCLC-driver mutatie werden meer vim+ CTCs gezien in de EFGR-gemuteerde subgroep (21 van 94 patiënten; gemiddeld 1,24 versus 1,22 vim+ CTCs; p=0,013), minder totaal-CTCs in de subgroep met ALK-rearrangement (13 van 90 patiënten; gemiddeld 1,69 versus 5,82 CTCs; p=0,029), en in het geheel geen vim+ CTCs in KRAS-gemuteerde adenocarcinomen (19 van 78 patiënten; gemiddeld 0 versus 1,4 vim+ CTCs; p=0,006).
De onderzoekers concluderen dat de studie de waarneming valideerde dat baseline-aanwezigheid van vijf of meer CTCs in de CellSearch-analyse geassocieerd is met slechtere prognose in gevorderd NSCLC. CTCs van EGFR-gemuteerd NSCLC vertoonden EMT-kenmerken die niet werden gezien in KRAS-gemuteerd adenocarcinoom. In NSCLC met ALK-rearrangement werden relatief weinig CTCs gezien.
1.Lindsay CR, Faugeroux V, Michiels S et al. A prospective examination of circulating tumor cell profiles in non-small cell lung cancer molecular subgroups. Ann Oncol 2017; epub ahead of print