CYP3A-enzymen
metaboliseren endogene hormonen en chemotherapeutica die worden gebruikt voor
de behandeling van maligniteiten. Het is niet ondenkbaar dat verschillende
genotypes van CYP3A verschillend invloeden hebben op de uitkomsten van
behandelingen. Dr. Olivia Fletcher (The Institute of Cancer Research, Londen)
en collega’s hebben deze hypothese onderzocht. De studie wordt vandaag online gepubliceerd in Cancer
Research.1 De onderzoekers bepaalden de associaties van SNP
rs45446698 in het CYP3A7*1C-allel met
de uitkomsten in 1008 patiënten met mammacarcinoom, 1142 patiënten met
longcarcinoom, en 356 met CLL.
Uit de
analyses blijkt dat rs45446698 geassocieerd was met een 74% verhoogde mammacarcinoomspecifieke
mortaliteit (HR 1,74; p=0,03), een 43% verhoogde all-cause mortaliteit in patiënten met longcarcinoom (HR 1,43;
p=0,009), en een 62% verhoogd risico van CLL-progressie (HR 1,63; p=0,03). De
onderzoekers zagen ook evidentie voor een borderline statistisch significante
interactie tussen het CYP3A7*1C-allel,
behandeling met een cytotoxisch middel dat een CYP3A-substraat is, en de
klinische uitkomst (p interactie = 0,06).
De
onderzoekers stellen dat het feit dat de associaties worden gezien in drie
verschillende typen maligniteiten suggereert dat de associaties eerder
samenhangen met de behandeling dan met de ziekten. Ze concluderen dat standaard
chemotherapie met CYP3A-substraten wellicht niet optimaal is voor patiënten met
CYP3A7*1C (bij benadering 8% van alle
patiënten).
1.Johnson N, De Leso P, Migliorini G et al.
Cytochrome P450 allele CYP3A7*1C associates with adverse outcomes in chronic
lymphocytic leukemia, breast, and lung cancer. Cancer Res 2016; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)