‘Er zijn
zorgen over mogelijke overdiagnose en overbehandeling van ductaal carcinoom in
situ. Het is daarom van belang late effecten van de behandeling van DCIS te
onderzoeken. Wij hebben een studie
uitgevoerd naar cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit in een groot cohort
van DCIS-patiënten.’ Dit zei Naomi Boekel, promovenda bij NKI-AvL, in de
posterdiscussiesessie van het 2013 Breast Cancer Symposium in San Francisco (7-9
september 2013).1
Boekel en
collega’s verzamelden gegevens over alle 10.468 Nederlandse DCIS-patiënten
jonger dan 75 jaar bij wie tussen 1989 en 2004 de diagnose gesteld was. Van
deze patiënten werd 71% alleen chirurgisch behandeld. Bij de overige 29% werd
radiotherapie aan de chirurgische behandeling toegevoegd. De mediane follow-up
bedroeg 10 jaar; 19% van de patiënten werd gedurende 15 jaar of langer gevolgd.
De all cause mortaliteit van de vijf-jaars
DCIS-overlevers was gelijk aan die van de algemene bevolking (SMR 1,04; 95%-bti
0,97 tot 1,11). De cardiovasculaire mortaliteit van de vijf-jaars
DCIS-overlevers was lager dan die van de algemene bevolking (SMR 0,77; 95%-bti
0,67-0,89). Binnen het DCIS-cohort waren er geen verschillen in cardiovasculair
risico tussen de patiënten die alleen chirurgisch en de patiënten die ook met
bestraling behandeld waren. Er was ook geen verschil in cardiovasculair risico
tussen links- of rechtszijdig bestraalde patiënten (links- vs rechtszijdig HR
0,93; 95%-bti 0,67 tot 1,30). In een subgroepanalyse van patiënten bij wie de
diagnose na 1997 was gesteld werden, na correctie voor het bestaan van
cardiovasculaire ziekte in de twee jaar voor het stellen van de diagnose,
eveneens geen verschillen in cardiovasculair risico tussen de
behandelingsgroepen gezien.
De
onderzoekers concluderen dat toevoegen van radiotherapie aan de behandeling van
DCIS niet leidt tot verhoging van het cardiovasculair risico bij een mediane
follow-up van tien jaar. Het lagere cardiovasculair risico bij DCIS-patiënten
in vergelijking met de algemene bevolking kan misschien worden verklaard uit
een groter gezondheidsbewustzijn bij de patiënten, die na de DCIS-diagnose
mogelijk een meer gezonde leefstijl aannemen. Het is ook mogelijk dat vrouwen
met een groter dan gemiddeld gezondheidsbewustzijn zich eerder op borstkanker
laten screenen. Andere mogelijke verklaringen kunnen gelegen zijn in opleiding,
sociaal-economische status, of het bestaan van conflicterende risicofactoren
tussen cardiovasculaire ziekte en DCIS (zoals de leeftijd bij de menopauze).
Referentie 1. Boekel NB, Schaapveld M, Gietema JA et al.
Cardiovascular morbidity and mortality in patients treated for ductal carcinoma
of the breast. Breast Cancer Symposium San Francisco, abstr. 58
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)