Detectie van
EGFR-mutaties in tumorweefsel is het
gouden-standaard criterium voor inschatting van mogelijk profijt van EGFR-TKI
voor longcarcinoom. Als niet voldoende weefsel beschikbaar is voor de detectie,
dan is bepaling van de mutaties in circulerend tumor DNA (ctDNA) wellicht een
geschikt alternatief. De Chinese prospectieve fase 2-studie BENEFIT heeft deze
veronderstelling getoetst. Prof. Zhijie Wang (Peking Union Medical College,
Beijing) en collega’s publiceren de studie online in The Lancet Respiratory Medicine.1
De studie,
uitgevoerd in vijftien centra in China, includeerde volwassen patiënten met
stadium IV metastatisch longadenocarcinoom en EGFR-mutaties gedetecteerd in ctDNA. Onder de 426 gescreende
patiënten waren er 188 met EGFR-mutaties
in ctDNA. Deze patiënten kregen oraal gefitinib 250 mg eenmaal daags als
eerstelijns behandeling. De mediane follow-up was 14,5 maanden. Op het moment
van data cutoff voor de nu
gepubliceerde analyse (een jaar en vijftien dagen na inclusie van de laatste
patiënt) waren 152 patiënten getroffen door progressie van de ziekte of
overlijden. De meest-gerapporteerde graad 3 of 4 adverse events waren
leverfunctiestoornissen (n=24). Ernstige AEs werden gerapporteerd voor
zeventien patiënten (9%).
Het primaire
eindpunt van de studie was het percentage patiënten met objectieve respons.
Voor dit eindpunt konden 183 patiënten met tenminste één post-baseline
tumorbeoordeling geëvalueerd worden. Objectieve respons werd gezien in 72,1%
(95%-bti 65,0-78,5%). De mediane progressievrije overleving was 9,5 maanden
(95%-bti 9,1-11,0 maanden). Onder de 167 patiënten met beoordeelbare
bloedmonsters waren er 147 (88%) met klaring van EGFR-mutaties na acht weken
behandeling; de mediane PFS van deze patiënten (11,0 maanden) was significant
langer dan die van de twintig patiënten zonder klaring van de mutaties (2,1
maanden; HR 0,14; p<0,0001).
Op basis van
baseline next-generation sequencing
gegevens van 179 patiënten categoriseerden de onderzoekers de patiënten in drie
groepen: patiënten met alleen EGFR-mutaties
(n=58), patiënten met mutaties in EGFR
en tumorsuppressorgenen (n=97), en patiënten met mutaties in EGFR en in oncogenen (n=24). De mediane
PFS in deze drie groepen was 13,2 maanden; 9,3 maanden; en 4,7 maanden (p=0,002
en p=0,003).
De
onderzoekers concluderen dat detectie van EGFR-mutaties in ctDNA een effectieve
methode is om patiënten te identificeren die profijt kunnen hebben van
eerstelijns gefitinib voor stadium IV longcarcinoom. Nadere analyses van
veranderingen in EGFR en andere genen kunnen wellicht resistentie tegen
gefitinib voorspellen.
1.Wang
Z, Cheng Y, An T et al. Detection
of EGFR mutations in plasma curculating tumour DNA as a selection criterion for
first-line gefitinib treatment in patients with advanced lung adenocarcinoma
(BENEFIT). Lancet Respir Med 2018; epub ahead of print
Summary: The
phase 2 BENEFIT trial (188 patients
of 15 centers in China) showed that detection of EGFR mutations in ctDNA is an effective method to identify patients
who might benefit from first-line gefitinib for advanced lung adenocarcinoma. Analysis
of mutations in other genes could predict resistance to gefitinib.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)