Ongeveer 60%
van de patiënten die EGFR-tyrosinekinaseremmers krijgen voor NSCLC ontwikkelt
resistentie door verkregen EGFR T790M-mutatie.
Dr. Karen Reckamp (City of Hope Comprehensive Cancer Center, Duarte CA) en
collega’s hebben onderzocht of het mogelijk is deze en andere EGFR-mutaties te
detecteren in urine en plasma. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of Thoracic Oncology.1 De studie is uitgevoerd in
tumorweefsel en plasma- en urinemonsters van deelnemers aan de TIGER-X studie
van rociletinib in eerder behandelde patiënten met EGFR-mutatiepositief gevorderd NSCLC.
Er waren
tumormonsters beschikbaar van 60 van 63 patiënten; deze monsters werden
gebruikt als referentie. In urine werd de T790M-mutatie aangetoond in 72% (34
van 47 patiënten met T790M-mutatiepositieve tumormonsters), de L858R-mutatie in
75% (12 van 16) en exon 19-deleties in 67% (28 van 42). In monsters met een
volume van 90 ml was de sensitiviteit voor de T790M-mutatie 93% (13 van 14),
voor de L858R-mutatie 80% ( 4 van 5) en voor exon 19-deleties 83% (10 van 12).
In plasmamonsters was de sensitiviteit vergelijkbaar: 93% (38 van 41) voor
T790M, 100% (17 van 17) voor L858R, en 87% (34 van 39) voor exon 19-deleties.
Door analyse van urine en plasma werden bovendien twaalf additionele
T790M-mutatiepositieve patiënten gedetecteerd. In negen patiënten die werden
gemonitord tijdens behandeling met rociletinib werd een snelle afname in urine
T790M-niveaus gezien.
De
onderzoekers concluderen dat het mogelijk is EGFR-mutaties te detecteren in DNA
van NSCLC-tumoren in urine en plasma, zodat de therapeutische respons kan
worden gevolgd middels deze liquid biopsies.
1.Reckamp
KL, Melnikova VO, Karlovich C et al. A highly sensitive and quantitative test platform for detection of NSCLC
EGFR mutations in urine and plasma. J Thorac Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)