Grootcellig
neuro-endocrien carcinoom (LCNEC) van de long is een zeldzame maligniteiten met
klinisch-pathologische kenmerken van zowel NSCLC als SCLC. Een analyse van de National Cancer Database heeft trends in
management, voorspellers van type behandeling, en overall survival van patiënten met lokaal-gevorderd (LA, stadium
III) LCNEC van de long geïnventariseerd. Dr. Rodney Wegner (Allegheny General Hospital,
Pittsburgh PA) en collega’s publiceren de analyse in Lung Cancer.1
In de NCDB
identificeerden de onderzoekers 5797 patiënten met een diagnose LA-LCNEC tussen
begin 2004 en eind 2015, onder wie 3153 (54%) chemoradiotherapie kregen en 2644
(46%) alleen chemotherapie kregen. De meeste patiënten hadden T4 (35%) en N2
(59%) ziekte. Oudere patiënten en patiënten met hogere comorbiditeitsscore
hadden lagere waarschijnlijkheid CRT te krijgen, terwijl hoger
opleidingsniveau, behandeling in een academische/onderzoeksfaciliteit,
N2-ziekte, en later jaar van behandeling geassocieerd waren met hogere
waarschijnlijkheid van CRT. De mediane OS was 16,1 maanden (95%-bti 15,4-16,9) in
de groep met CRT versus 11,9 maanden (95%-bti 11,3-12,6) in de groep met CT
(p<0,0001). De OS na één, drie, en vijf jaar was 60% versus 50%, 27% versus
20%, en 18% versus 13%. In multivariate analyse was CRT versus CT een
onafhankelijke voorspeller van langere OS.
De
onderzoekers concluderen dat onder patiënten met LA-LCNEC van de long CRT
vergeleken met CT geassocieerd is met langere OS.
1.Limonnik
V, Abel S, Finley GG et al. Factors
associated with treatment receipt and overall survival for patients with
locally advanced large cell neuroendocrine carcinoma of the lung: a National
Cancer Database analysis. Lung Cancer 2020.10.001
Summary: Analysis of the National Cancer Database showed that among patients with
locally advanced large cell neuroendocrine carcinoma of the lung, definitive
chemoradiotherapy compared with chemotherapy alone was associated with improved
OS (median 16.1 months versus 11.9 months; p<0.0001). Older patients and
those with higher comorbidity scores were less likely to receive CRT, whereas
patients with higher education level, treatment at academic/research program
facility, and later treatment year were more likely to receive CRT.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)