
De studie includeerde 1052 patiënten, van wie er 959 evaluabel waren. De patiënten kregen eerstelijns carboplatine plus nab-paclitaxel of solvent-based paclitaxel. Voor de nu gepubliceerde analyse werden de patiënten met respons onderverdeeld in vier groepen aan de hand van de mate van tumorreductie versus baseline (Q1 0 tot 25%; Q2 25%-50%; Q3 50-75%; Q4 meer dan 75%). De onderzoekers vergeleken de overall survival van deze vier groepen met de OS van patiënten met no tumor reduction (NTR).
De Q1-groep omvatte 38,1% van de patiënten; de Q2-groep 34,1%; de Q3-groep 13,7%; de Q4-groep 3,5%; en de NTR-groep 10,6%. De mediane OS van de NTR-groep was 4,8 maanden; de mediane OS van de Q1-groep was 10,4 maanden; de mediane OS van de Q2-groep was 14,5 maanden; de mediane OS van de Q3-groep was 19,3 maanden, en de mediane OS van de Q4-groep was 23,5 maanden. De maximale DpR was een onafhankelijke voorspeller van verbetering van de OS vergeleken met patiënten met NTR: de HR nam af van 0,43 in Q1 tot 0,16 in Q4.
De onderzoekers concluderen dat DpR sterk geassocieerd was met OS in patiënten die eerstelijns platina-gebaseerde chemotherapie kregen voor gevorderd NSCLC.
1.Morgensztern D, Ko A, O’Brien M et al. Association between depth of response and survival in patients with advanced-stage non-small cell lung cancer treated with first-line chemotherapy. Cancer 2019; epub ahead of print
Summary: A retrospective analysis of the phase 3 study CA031 (carboplatin plus nab-paclitaxel or solvent-based paclitaxel for advanced NSCLC) found that the depth of response was an independent predictor of overall survival.