Dr. Anders
Bonde Jensen (Universiteit van Aarhus, Denemarken) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd van uitkomsten van een standaard follow-up programma voor
patiënten die chirurgisch waren behandeld voor mammacarcinoom. Ze publiceren de
studie vandaag online in Breast Cancer
Research and Treatment.1 De studie had 194 deelneemsters van wie
in vijf (8%) symptomen van mogelijk locoregionaal of distant recidief werden
gezien. Nader onderzoek sloot recidief in deze vrouwen uit.
De meeste
patiënten (93%) rapporteerden enige graad van bijwerkingen of late effecten. De
vrouwen rapporteerden statistisch significant meer bijwerkingen of late
effecten (gemiddeld 6,9) dan de klinisch oncologen registreerden (gemiddeld
2,4; p<0,001). De drie meest door de patiënten gerapporteerde AEs waren
opvliegers (35% van de patiënten), vermoeidheid (32%), en slaapstoornis (31%).
De
onderzoekers concluderen dat er een statistisch significante discrepantie was
tussen de door patiënten gerapporteerde en de door behandelaars geregistreerde bijwerkingen
of late effecten.
1.Bjørklund Ellegaard
M-B, Grau C, Zachariae R, Bonde Jensen A. Women with breast cancer report
substantially more disease- and treatment-related side of late effects than
registered by clinical oncologists: a cross-sectional study of a standard
follow-up program in an oncological department. Breast Cancer Res Treat 2017;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)