Trismus is
een behandelings-gerelateerde late bijwerking in patiënten die radiotherapie hebben
gekregen voor maligniteiten in het hoofd-halsgebied (HNC). De behandeling kan
een aanzienlijke negatieve impact hebben op voeding, mondhygiëne,
spraakvermogen en kwaliteit van leven. Dr. Per Nilsson (Universiteit van Lund)
en collega’s hebben een studie uitgevoerd van prevalentie en risicofactoren van
stralings-geïnduceerde trismus in HNC-patiënten die werden behandeld met
moderne radiotherapietechnieken. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Acta Oncologica.1
De
onderzoekers bepaalden de maximale interincisale afstand (MID) in 139
achtereenvolgende patiënten. Trismus werd gedefinieerd als MID ≤ 35 mm. De
prevalentie van trismus was 24%, mediaan 16 maanden na voltooiing van de
radiotherapie. Factoren die in bivariate analyse significant geassocieerd waren
met trismus waren behandelingstechniek (3DCRT versus IMRT of helicale
tomotherapie), tumorlocatie (orofarynx versus andere locaties), en gemiddelde
stralingsdosering naar de ipsilaterale musculus pterygoideus en de ipsilaterale
musculus masseter. In multivariate analyse was alleen de gemiddelde stralingsdosering
naar de ipsilaterale musculus masseter significant geassocieerd met trismus.
De
onderzoekers concluderen dat trismus wordt gezien in ongeveer een kwart van de
patiënten die radiotherapie hebben gekregen voor HNC, en dat de stralingsdosering
naar de ipsilaterale musculus masseter een belangrijke risicofactor is voor het
ontwikkelen van trismus. Verlaging van deze dosering kan wellicht resulteren in
verlaging van de prevalentie van trismus in deze patiëntengroep.
1.Gebre-Medhin
M, Haghanegi M, Robért L et al. Dose-volume
analysis of radiation-induced trismus in head and neck cancer patients. Acta
Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)