
De studie includeerde 539 mannen en 171 vrouwen (mediane leeftijd 68,5 jaar; IQR 62-74) die eerstelijns SRS voor SCLC-BMs kregen in 28 centra in zes landen. De uitkomsten werden vergeleken met resultaten in een gepubliceerde dataset van eerstelijns WBRT voor SCLC-BMs. In het SRS-cohort was de mediane overall survival (gerekend vanaf de SRS) 8,5 maanden; uiteenlopend van 11,0 maanden voor patiënten met één BM tot 5,5 maanden voor patiënten met elf of meer BMs. De mediane tijd tot CNS-progressie (TTCP) was 8,1 maanden en de mediane CNS progressievrije overleving (CNS-PFS; composiet-eindpunt van tijd van SRS tot overlijden of CNS-progressie) was 5,0 maanden. In propensity-score gematchte analyse was WBRT geassocieerd met betere TTCP dan SRS (HR 0,38; p<0,001) maar niet met betere OS (mediaan 5,2 maanden met WBRT versus 6,5 maanden met SRS; p=0,003) of betere CNS-PFS (mediaan 3,8 maanden met WBRT versus 4,0 maanden met SRS; p=0,79).
De onderzoekers concluderen dat SRS een optie kan zijn voor patiënten met BMs van SCLC.
1.Rusthoven CG, Yamamoto M, Bernhardt D et al. Evaluation of first-line radiosurgery vs whole-brain radiotherapy for small cell lung cancer brain metastases. The FIRE-SCLC cohort study. JAMA Oncol 2020.1271
Summary: The FIRE-SCLC Cohort Study compared first-line SRS versus WBRT for brain metastases from SCLC. WBRT was associated with improved time to central nervous system progression (HR 0.38; p<0.001) but not with improved OS (median 6.5 months with SRS versus 5.2 months with WBRT; p=0.003) or improved CNS PFS (median 4.0 months with SRS versus 3.8 months with WBRT; p=0.79).