Intraveneus
rituximab plus chemotherapie is standaard eerstelijns behandeling voor diffuus
grootcellig B-cel lymfoom. Een subcutane formulering van rituximab kan mogelijk
resulteren in kortere duur van de toediening en verlichting van de treatment burden. De multinationale MabEase-studie
vergeleek subcutaan met intraveneus rituximab, toegevoegd aan eerstelijns
chemotherapie voor DLBCL. Dr. Elly Lugtenburg (Erasmus MC) en collega’s publiceren
de studie online in Haematologica.1
De studie
randomiseerde DLBCL-patiënten 2:1 naar subcutaan rituximab (eerste cyclus
intraveneus 375 mg/m2; cycli twee tot en met acht subcutaan 1400 mg)
of intraveneus rituximab (acht cycli 375 mg/m2) iedere veertien of
eenentwintig dagen, toegevoegd aan cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine,
en prednison. Het primaire eindpunt van de studie was lokaal-beoordeelde
complete respons; secundaire eindpunten waren veiligheid, patiënt-tevredenheid
(Cancer Treatment Satisfaction
Questionnaire en Rituximab
Administration Satisfaction Questionnaire), en overleving.
De subcutane
arm telde 378 patiënten, de intraveneuze arm 194. Complete/niet-bevestigde
complete respons aan het eind van de inductie werd gezien in 50,6% van de
patiënten in de subcutane arm versus 42,4% van de patiënten in de intraveneuze
arm. Na mediaan 35,5 maanden follow-up waren de mediane overall survival, gebeurtenisvrije overleving, en progressievrije
overleving in geen van beide armen bereikt. Er waren geen statistisch significante
verschillen tussen beide armen in het optreden van graad 3 en hoger adverse events (subcutaan 58,3% en
intraveneus 54,3%) en toedieningsgerelateerde AEs (beide armen 21%).
Injectieplaatsreacties werden gezien in 5,7% van de patiënten in de subcutane
arm versus 0% in de intraveneuze arm. De scores op de RASQ waren beter in de
subcutane arm dan in de intraveneuze arm; de scores op de CTSQ verschilden niet
tussen de armen. De mediane toedieningsduur was 6 minuten in de subcutane arm
versus 2,6 tot 3,0 uur in de intraveneuze arm.
De
onderzoekers concluderen dat subcutaan en intraveus rituximab gelijke
werkzaamheid en veiligheid hadden, met verbeterde patiënt-tevredenheid en
tijdbesparing met de subcutane formulering.
1. Lugtenburg P, Avivi I, Berenschot H et al. Efficacy and safety of subcutaneous and intravenous
rituximab plus cyclophosphamide, doxorubicin, vincristine, and prednisone in
first-line diffuse large B-cell lymphoma: The randomized MabEase study.
Haematologica 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)