Intraveneuze double-agent chemotherapie concurrent met radiotherapie is standaard voor niet-operabel squameus celcarcinoom van de slokdarm (ESCC). Oudere patiënten kunnen problemen hebben met het verdragen van intraveneuze chemotherapie. Een gerandomiseerde fase 3-studie in tien centra in China heeft orale S-1 gebaseerde chemoradiotherapie voor niet-operabel ESCC in patiënten in de leeftijd van zeventig jaar of ouder geëvalueerd. Dr. Zefen Xiao (Chinese Academie van Wetenschappen, Beijing) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.¹

De studie includeerde 330 patiënten met niet-operabel lokaal-gevorderd klinisch stadium II tot en met IV ESCC. De mediane leeftijd was 75,5 jaar (IQR 72-79) en 66,7% waren mannen. De patiënten werden gerandomiseerd naar simultaneous integrated boost radiotherapy (SIB-RT) gelijktijdig met en gevolgd door oraal S-1 (CRTCT-groep; n=184) of alleen SIB-RT (RT-groep; n=146). Het primaire eindpunt was overall survival; secundaire eindpunten waren progressievrije overleving en toxiciteit. De figuur laat zien dat OS en PFS significant beter waren in de CRTCT-groep dan in de RT-groep. Incidentie van graad 3 of hoger treatment-related adverse events was niet significant verschillend tussen de groepen. Graad 5 TRAEs troffen vijf patiënten in elk van beide groepen.

De onderzoekers concluderen dat orale S-1 chemotherapie gecombineerd met SIB-RT een effectieve en goed-verdragen optie is voor niet-operabel ESCC in oudere patiënten (visual abstract).

1.Wang X, Han W, Zhang W et al. Effectiveness of S-1-based chemoradiotherapy in patients 70 years and older with esophageal squamous cell carcinoma. A randomized clinical trial. JAMA Network Open 2023;6:e2312625

Summary: A multicenter phase 3 trial in China compared oral S-1 chemotherapy with simultaneous integrated boost radiotherapy (CRTCT) versus RT alone for inoperable esophageal squamous cell carcinoma (ESCC) in patients aged 70 year or older. Three-years overall and progression-free survival in the CRTCT group were superior compared with the RT group, while the incidence of grade 3 to 5 toxic effects was similar in both groups.