
De Denemarken-brede studie werd uitgevoerd van 1 januari 1976 tot en met 31 december 2009, met follow-up van 1 januari 1977 tot en met 31 december 2010. De onderzoekers identificeerden 32.548 één-jaar overlevers van AYA-maligniteiten en kozen 188.728 voor geboortejaar en geslacht gematchte controlepersonen in de algemene bevolking. In het Deense Nationale Patiëntenregister identificeerden ze voor de deelnemers alle ziekenhuiscontacten voor endocriene aandoeningen.
De overlevers (43,1% mannen) werden gevolgd gedurende mediaan 10 jaar (range 0-34 jaar; totale follow-up 379.175 persoonsjaren). De controlepersonen (43,8% mannen) werden gevolgd gedurende mediaan 15 jaar (range 0 tot 34 jaar; totale follow-up 2.958.994 persoonsjaren). Op basis van het aantal ziekenhuiscontacten voor endocriene ziekte in de controlegroep werd in de overleversgroep verwacht dat 1232,0 (3,8%) tijdens de follow-up een ziekenhuiscontact voor endocriene ziekte zou hebben; het waargenomen aantal was 2129 (6,5%), wijzend op een statistisch significant verhoogde rate ratio (RR 1,73; 95%-bti 1,65-1,81). De RRs waren het hoogst voor testikel-hypofunctie (RR 75,12; 95%-bti 45,99-122,70), ovarium-hypofunctie (RR 14,65; 95%-bti 8,29-25,86), en hypofyse-hypofunctie (RR 11,14; 95%-bti 8,09-15,34). Overlevers van leukemie hadden het hoogste risico van any endocriene ziekte (RR 3,97; 95%-bti 3,10-5,09).
De onderzoekers concluderen dat overlevers van maligniteiten tijdens de adolescentie en jongvolwassen levensfase een verhoogd risico hebben van endocriene aandoeningen.
1.Vestergaard Jensen M, Rugbjerg K, de Fine Licht S et al. Endocrine late effects in survivors of cancer in adolescence and young adulthood. A Danish population-based cohort study. JAMA Network Open 2018; epub ahead of print
Summary: A Danish population-based cohort study showed that survivors of adolescent and young adult cancer are at increased risk for endocrine diseases.