
EV-201 werd uitgevoerd in veertig centra op drie continenten. De studie includeerde 89 volwassen patiënten met een ECOG performance status 2 of beter, die als niet geschikt voor cisplatine werden beoordeeld en in de gevorderde setting geen platine-bevattende chemotherapie hadden gekregen, en eerder behandeld waren met PD-(L)1 remmers. De patiënten kregen intraveneus EV 1,25 mg/kg op dagen één, acht, en vijftien van vier-weekse cycli. Het primaire eindpunt was centraal-beoordeelde objective response rate.
De mediane follow-up was 13,4 maanden (IQR 11,3-18,9). Achttien patiënten hadden complete respons en 28 hadden partiële respons, voor een ORR van 52% (95%-bti 41-62). Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 49 patiënten (55%). De meest-waargenomen graad 3 of 4 TRAEs waren neutropenie (9% van de patiënten), maculopapulaire rash (8%), en vermoeidheid (7%). Drie patiënten (3%) overleden aan TRAEs (acute nierschade, metabole acidose, en multipele orgaandysfunctie) binnen dertig dagen na de eerste dosis, een vierde patiënt overleed aan eveens met behandeling samenhangende pneumonitis meer dan dertig dagen na de eerste dosis.
De onderzoekers concluderen dat EV verdragen werd, en resulteerde in bevestigde respons in 52% van cisplatine-ineligibele patiënten met lokaal-gevorderd of metastatisch UC die eerder PD-(L)1 remmers gekregen hadden.
1.Yu EY, Petrylak DP, O’Donnell P et al. Enfortumab vedotin after PD-1 or PD-L1 inhibitors in cisplatin-ineligible patients with advanced urothelial carcinoma (EV-201): a multicentre, single-arm, phase 2 trial. Lancet Oncol 2021; epub ahead of print
Summary: The multinational phase 2 study EV-201 found that enfortumab vedotin was tolerable and resulted in confirmed responses in 52% of cisplatin-ineligible patients with locally advanced or metastatic urothelial carcinoma who were previously treated with PD-1 or PD-L1 inhibitors.