Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Everolimus plus exemestaan versus everolimus of capecitabine monotherapie voor ER-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom

(0)2018-06-04 12:59   ( Nieuws )

Prof. Guy JerusalemEverolimus plus exemestaan en capecitabine zijn goedgekeurde tweedelijns behandelingen voor gevorderd mammacarcinoom. De gerandomiseerde fase 2-studie BOLERO-6 onderzocht werkzaamheid en veiligheid van everolimus plus exemestaan versus everolimus monotherapie versus capecitabine monotherapie in postmenopauzale vrouwen met ER-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom met progressie tijdens behandeling met niet-steroïdale aromataseremmers. Prof. Guy Jerusalem (Universiteit van Luik) presenteert de studie op de Annual Meeting van ASCO in Chicago. Jerusalem en collega’s publiceren de studie ook online in JAMA Oncology.1

De studie, uitgevoerd in 83 centra in achttien landen, includeerde 309 postmenopauzale vrouwen met mediane leeftijd 61 jaar (range 32-88 jaar). Ze werden gerandomiseerd naar everolimus 10 mg eenmaal daags plus exemestaan 25 mg eenmaal daags (n=104), everolimus 10 mg eenmaal daags monotherapie (n=103), of capecitabine 1250 mg/m2 tweemaal daags gedurende de eerste twee van iedere drie weken (n=102). Het primaire eindpunt van de studie was PFS-HR voor everolimus plus exemestaan versus everolimus monotherapie. Secundaire eindpunten waren PFS-HR voor everolimus plus exemestaan versus capecitabine, en veiligheid.

De mediane follow-up van randomisatie tot data cutoff was 37,6 maanden. De mediane PFS was 8,4 maanden met everolimus plus exemestaan versus 6,8 maanden met everolimus monotherapie (HR 0,74; 90%-bti 0,57-0,97). De mediane PFS met capecitabine was 9,6 maanden, resulterend in een PFS-HR voor everolimus plus exemestaan versus capecitabine van 1,26 (90%-bti 0,96-1,66), die na correctie voor mogelijk verstorende variabelen uitkwam op 1,15 (95%-bti 0,86-1,52). Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 74% van de patiënten in de capecitabine-arm, 70% in de everolimus plus exemestaan-arm, en 59% in de everolimus monotherapie-arm. SAEs waren meer frequent met everolimus plus exemestaan (36%) dan everolimus monotherapie (29%) of capecitabine (29%).

De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat everolimus plus exemestaan een PFS-voordeel biedt boven everolimus monotherapie. Het numerieke, niet-significante, PFS-verschil met capecitabine kan worden verklaard uit verschillen tussen de groepen in baseline-kenmerken en potentieel informatieve censoring.

1.Jerusalem G, de Boer RH, Hurviz S et al. Everolimus plus exemestane vs everolimus of capecitabine monotherapy for estrogen receptor-positive, HER2-negative advanced breast cancer. The BOLERO-6 randomized clinical trial. JAMA Oncol 2018; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren