Everolimus
plus exemestaan en capecitabine zijn goedgekeurde tweedelijns behandelingen
voor gevorderd mammacarcinoom. De gerandomiseerde fase 2-studie BOLERO-6
onderzocht werkzaamheid en veiligheid van everolimus plus exemestaan versus
everolimus monotherapie versus capecitabine monotherapie in postmenopauzale
vrouwen met ER-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom met progressie
tijdens behandeling met niet-steroïdale aromataseremmers. Prof. Guy Jerusalem
(Universiteit van Luik) presenteert de studie op de Annual Meeting van ASCO in
Chicago. Jerusalem en collega’s publiceren de studie ook online in JAMA Oncology.1
De studie,
uitgevoerd in 83 centra in achttien landen, includeerde 309 postmenopauzale
vrouwen met mediane leeftijd 61 jaar (range 32-88 jaar). Ze werden
gerandomiseerd naar everolimus 10 mg eenmaal daags plus exemestaan 25 mg
eenmaal daags (n=104), everolimus 10 mg eenmaal daags monotherapie (n=103), of
capecitabine 1250 mg/m2 tweemaal daags gedurende de eerste twee van
iedere drie weken (n=102). Het primaire eindpunt van de studie was PFS-HR voor
everolimus plus exemestaan versus everolimus monotherapie. Secundaire
eindpunten waren PFS-HR voor everolimus plus exemestaan versus capecitabine, en
veiligheid.
De mediane
follow-up van randomisatie tot data cutoff was 37,6 maanden. De mediane PFS was
8,4 maanden met everolimus plus exemestaan versus 6,8 maanden met everolimus
monotherapie (HR 0,74; 90%-bti 0,57-0,97). De mediane PFS met capecitabine was
9,6 maanden, resulterend in een PFS-HR voor everolimus plus exemestaan versus
capecitabine van 1,26 (90%-bti 0,96-1,66), die na correctie voor mogelijk
verstorende variabelen uitkwam op 1,15 (95%-bti 0,86-1,52). Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor
74% van de patiënten in de capecitabine-arm, 70% in de everolimus plus
exemestaan-arm, en 59% in de everolimus monotherapie-arm. SAEs waren meer
frequent met everolimus plus exemestaan (36%) dan everolimus monotherapie (29%)
of capecitabine (29%).
De
onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat everolimus plus
exemestaan een PFS-voordeel biedt boven everolimus monotherapie. Het numerieke,
niet-significante, PFS-verschil met capecitabine kan worden verklaard uit
verschillen tussen de groepen in baseline-kenmerken en potentieel informatieve
censoring.
1.Jerusalem
G, de Boer RH, Hurviz S et al. Everolimus
plus exemestane vs everolimus of capecitabine monotherapy for estrogen
receptor-positive, HER2-negative advanced breast cancer. The BOLERO-6
randomized clinical trial. JAMA Oncol 2018; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)